1. Akte waarbij priorin Beatrijs Zoudenbalch en het Wittevrouwenconvent verklaren dat zij Lijsbeth van der Hair, dochter van Jan van der Hair Loefszone, als medezuster hebben aangenomen, en van Hildegont, weduwe van Jan van der Hair, een los- en lijfrente hebben ontvangen ten laste van de goederen en renten van wijlen Jan van der Hair, onder afstand door Lijsbeth van de verdere nalatenschap van haar ouders, 1494 okt. 4

1. Akte waarbij priorin Beatrijs Zoudenbalch en het Wittevrouwenconvent verklaren dat zij Lijsbeth van der Hair, dochter van Jan van der Hair Loefszone, als medezuster hebben aangenomen, en van Hildegont, weduwe van Jan van der Hair, een los- en lijfrente hebben ontvangen ten laste van de goederen en renten van wijlen Jan van der Hair, onder afstand door Lijsbeth van de verdere nalatenschap van haar ouders, 1494 okt. 4