octave van Sint-Meerten in de wijnter; ende wert begraven in de parochiekerck. Des Jan, dit vernemende ende hem verlatende op de schout van Utrecht, is voor ’t convent gecomen, seggende dat de geestelicke kijnderen geen erffnamen mochten sijn. Ende liet luden dat hij Petronelle openbaer getrout hadde ende dat de pater sijn wijf ontvuert hadde. Twelck als nu voor den gerechte quam, soo wert den convente verboden, dat se geen van Petronellen goeden souden vercopen ofte vervremden sonder des ouden ende nieuwen raets consent. Ende omdat de stadt princepalicken van 5 ofte 6 hoofden werde geregeert soo vermat hem Jan van Buren dat gerecht door gisten daertoe te brengen, dat se hem ’t goet toewijsden. Pater Harman voor sulcx be- docht wesende, heeft sommige oude susteren ende Gerrit Claessen bij hem geroepen, begeerende dat men de heeren te gast noyende, een somme gelts soude schencken, opdat sij weer haer goede gunste den convente souden toonen. Twelck den conventualen niet aenstont, seggende dat se niet en begeerden gelt te geven daer se niet toe en waren gerechticht. Want het vast ginck dat de kijnderen erffnamen waren van haer ouders, ende also suster Willemken noch niet en was geprofessijt, erfde se haer moeders goet. Ende naedien sij bij haer wilde blijven, souden de goederen oock wel in ’t convent blijven. Ende sulcx en woude de aenslach van [de] pater niet lucken; ende de susters waren het recht noch ongewoon ende hadden niet besocht wat daer gelt doen conde. Tusschen dees en rusten Jan van Buren niet, maer maecte

octave van Sint-Meerten in de wijnter; ende wert begraven in de parochiekerck. Des Jan, dit vernemende ende hem verlatende op de schout van Utrecht, is voor ’t convent gecomen, seggende dat de geestelicke kijnderen geen erffnamen mochten sijn. Ende liet luden dat hij Petronelle openbaer getrout hadde ende dat de pater sijn wijf ontvuert hadde. Twelck als nu voor den gerechte quam, soo wert den convente verboden, dat se geen van Petronellen goeden souden vercopen ofte vervremden sonder des ouden ende nieuwen raets consent. Ende omdat de stadt princepalicken van 5 ofte 6 hoofden werde geregeert soo vermat hem Jan van Buren dat gerecht door gisten daertoe te brengen, dat se hem ’t goet toewijsden. Pater Harman voor sulcx be- docht wesende, heeft sommige oude susteren ende Gerrit Claessen bij hem geroepen, begeerende dat men de heeren te gast noyende, een somme gelts soude schencken, opdat sij weer haer goede gunste den convente souden toonen. Twelck den conventualen niet aenstont, seggende dat se niet en begeerden gelt te geven daer se niet toe en waren gerechticht. Want het vast ginck dat de kijnderen erffnamen waren van haer ouders, ende also suster Willemken noch niet en was geprofessijt, erfde se haer moeders goet. Ende naedien sij bij haer wilde blijven, souden de goederen oock wel in ’t convent blijven. Ende sulcx en woude de aenslach van [de] pater niet lucken; ende de susters waren het recht noch ongewoon ende hadden niet besocht wat daer gelt doen conde. Tusschen dees en rusten Jan van Buren niet, maer maecte

octave van Sint-Meerten in de wijnter; ende wert begraven in de parochiekerck. Des Jan, dit vernemende ende hem verlatende op de schout van Utrecht, is voor ’t convent gecomen, seggende dat de geestelicke kijnderen geen erffnamen mochten sijn. Ende liet luden dat hij Petronelle openbaer getrout hadde ende dat de pater sijn wijf ontvuert hadde. Twelck als nu voor den gerechte quam, soo wert den convente verboden, dat se geen van Petronellen goeden souden vercopen ofte vervremden sonder des ouden ende nieuwen raets consent. Ende omdat de stadt princepalicken van 5 ofte 6 hoofden werde geregeert soo vermat hem Jan van Buren dat gerecht door gisten daertoe te brengen, dat se hem ’t goet toewijsden. Pater Harman voor sulcx be- docht wesende, heeft sommige oude susteren ende Gerrit Claessen bij hem geroepen, begeerende dat men de heeren te gast noyende, een somme gelts soude schencken, opdat sij weer haer goede gunste den convente souden toonen. Twelck den conventualen niet aenstont, seggende dat se niet en begeerden gelt te geven daer se niet toe en waren gerechticht. Want het vast ginck dat de kijnderen erffnamen waren van haer ouders, ende also suster Willemken noch niet en was geprofessijt, erfde se haer moeders goet. Ende naedien sij bij haer wilde blijven, souden de goederen oock wel in ’t convent blijven. Ende sulcx en woude de aenslach van [de] pater niet lucken; ende de susters waren het recht noch ongewoon ende hadden niet besocht wat daer gelt doen conde. Tusschen dees en rusten Jan van Buren niet, maer maecte