Sinds vele generaties heeft de familie Besier brieven en publicaties bewaard en doorgegeven aan volgende generaties. Zo kwam een groot deel terecht bij de kinderen van A.A.H. Besier (1827-1905). Vooral zijn oudste dochter, L.E.A. Besier, heeft zich hierover ontfermd. Een ander deel van het familiearchief werd bewaard door Pierre F. Besier (1846-1910), rechter in Maastricht, de achterneef van A.A.H. Besier. Hij had twee dochters die in 1960 ongehuwd in Zeist zijn overleden. P.F. Besier heeft voor zijn overlijden in 1910 al zijn familiepapieren (hij vertegenwoordigde de oudste tak) overgedragen aan zijn familie in Utrecht. Uiteindelijk zijn de stukken terechtgekomen bij Louise E.A. Besier en haar zuster Elise C.J. Besier. Deze beide dames zijn ongehuwd gebleven en maakten vele reizen door Europa. Zij hadden geen eigen huis maar verbleven in hotels en pensions. Hun goederen (meubels en familiepapieren) hadden zij opgeslagen op de zolder van de Geldersche Crediet Vereeniging, Janskerkhof 12. In 1931 is een en ander verhuisd naar een bergplaats aan het Pieterskerkhof 5. De goederen zijn jarenlang in opslag gebleven en de Utrechtse Besieren waren niet in de gelegenheid om de opslag van hun overleden tantes in huis op te nemen. De laatste mannelijke nazaat van A.A.H. Besier, Egbert L.J., overleed in 1963. Zijn zuster, Johanna A. Besier, woonde in Zeist en had geen idee waar de opslag van de tantes zich bevond. Na het overlijden van deze J.A. Besier was haar neef Berend H.A. Besier (geb. 1948) universeel erfgenaam.