NL-UtHUA_A100820_000331.jpg
[In de marge: ’t Vrouwenclooster geplunderd door de Hollanders tot daege des biscops ] ende smeten onse kerk aan byde eynden op, ende sy stieten dat raempt op dat Heylig Graff uyt ende braken dat Heylich Graff boven ontwee, ende braken een isere tralie uyt in die saale van de vrouwenhuys, ende cropen daerdoor. Ende sij namen ons twe- entwintig bedden en al dat sij [sic, lees: wij] hadden en spolyeerden ons clooster also datter niet soo veel in ’t clooster en bleef daer men een spreul- ken in coken cost. Sij vingen ons knegs ende sij namen al ons bees- ten ende sij sloegen hier in ’t clooster 148 glasen uyt, behalven die sij buten op dat hof uytsloegen. Ende doe deede Jan van Belre- sum die veltheer mijn haalen voer ons kerk en vraegden mijn of die knegten dat Hyl[ig] Sacrament ook gerueneert hadden, of dat sij ons kelken hadden genomen. Doe syde ik neen. Dan dede mijn groet beclagh hoe wij tot dese groote verderflijke schade quamen, want wij in des heeren lant saten ende nimant te cort hadde gedaen. So beval die veltheer voorseyd mij, dat ik hem eenen dienre na soude senden. Wes hij veynden cost dat ons hoorden, soude hij ons weder doen geven. [In de marge: Krijgen haar paarden en koeyen weder ] So seynden wij in den leeger op die Vaert onse prio- rinne geheyten Mechtelt van Grunesteyn ende Bueren, ende onsen cappellaan heer Peter, ende onse melkmoeder, ende ons koeharder. Ende die kregen ons peerden en koeyen weder. Sij waren twee dagen in den leger, ons jofferen mit ons andre dienaars, maar des nags waren sij binnen Vyanen, tot Bueren by hare ouders. Ende wij kregen ons knegten ook vry weder, maar het kosten ons in alles tien gulden. Maar wij en kregen van onse huysraat niet mit allen weder. Ende sij hadden ons wecker- block ook mede, maar wij en cregen niet weder. [In de marge: Tot Outwyk branden se ook ] Item op den selven dagh doe sij ons moolen verbrande, doe bran- den sij al mede op De Bilt, dat niet ondeckt en was. Ende sy branden tot Outwijk op dat hof, dat bouwhuys, dat priesterhuys ende die ros- en watermoolen ende noch een huys bij de kerk. En sij name die juffrou al hoer beesten ende vingen hoer dienaers ende namen binnen al dat de jofferen hadde. En dat clooster was ook binnen mit lonten amsteken. Ende in die abdije was bernende die bestede