hetutrechtsarchief
/
Dataset
/
Login
Register
Netwerk Digitaal Erfgoed
Het Utrechts Archief - Dataset
Browser
Triples
Insights
Schema
BETA
Class frequency
Class hierarchy
SPARQL
Elasticsearch
Graphs
37
Services
3
r734418
r734418
https://hetutrechtsarchief.nl/id/r734418
Het algemeen toezicht op de geestelijke goederen berustte aanvankelijk bij de Staten-gedeputeerden voor de geestelijke goederen. Voor wijzigingen in het goederenbezit, zoals verwerving, vervreemding of bezwaring ervan, had men toestemming nodig van de Staten, die ook de reglementering en het toezicht hadden. De uitvoering van deze regeling was zeer gebrekkig. In werkelijkheid liet de ridderschap na 1581 nog jarenlang het goederenbeheer over aan de abdis of vrouwe van de afzonderlijke conventen, of aan de in haar dienst staande rentmeester. Nieuwe maatregelen door de Staten van Utrecht deden daar nauwelijks iets aan af. Zo eisten de Staten van Utrecht in 1586 de definitieve opheffing van de conventen In het 'redressement' op de geestelijke goederen in 1586: Rengers Hora Siccama, De geestelijke en kerkelijke goederen , 332-340. , een eis waartegen ze zich met succes verzetten. Zo was er de benoeming in 1588 door de Staten van Utrecht van een gemeenschappelijke rentmeester voor Oudwijk, Vrouwenklooster, en Wittevrouwen De Hullu en Waller Zeper, Catalogus kleine kapittelen en kloosters , 121. , die slechts luttele jaren in functie bleef en daarna werd vervangen door de abdis of vrouwe, of haar rentmeester.
sameAs
r734418
https://hetutrechtsarchief.nl/id/r734418