8740. Bij gelegenheid der legging van den eersten steen van een nieuw gebouw in Utrecht, den 15 Julij 1767 ... / J. Stouw. - [S.l.] : [s.n.], 1767. 1 p.: 24x37 cm (op karton). - PK : XXII N 12 N.B. (S. Muller Fz.): Uit dit gedicht blijkt dat bedoeld wordt de nieuwe woning van den bekenden Oranje gezinden rijmelaar en erfhuismeester Jan Stouw, die in dit jaar gebouwd is. Aan Stouw werd bij vroedschapsresolutie van 6 Juli 1767 vergund, om met zijne timmeringe aan de bij hem gekogte huysinge, staande aan de noordzijde van de Marieplaats, zoverrre straatwaarts te mogen uitspringen, als zeker tuynhuysje annex voorss. erff thans staat. Het perceel was hem overgedragen bij transport van 2 Juni 1768. Bij resolutie van 16 Januari 1769 approbeerde de vroedschap den aankoop van het huis van den overleden erfhuismeester Stouw, dat bestemd werd tot het houden van erfhuizen en publieke verkoopingen; het perceel werd aan de stad overgedragen bij transport van 14 Juni 1769. (Uit de vergelijking van dit transport met dat van 2 Juni 1768 blijkt, dat het door Stouw gekochte huis (een oud claustraal huis van St. Marie) door een open terrein van de Mariaplaats gescheiden was; op dit terrein bouwde Stouw het nieuwe huis, waarop het vers betrekking heeft, terwijl het oude huis daarachter bleef bestaan). Het perceel is tot omstreeks 1863 door de stad als erfhuis gebruikt, na de slooping is op deze plaats de Botermarkt ontstaan.

8740. Bij gelegenheid der legging van den eersten steen van een nieuw gebouw in Utrecht, den 15 Julij 1767 ... / J. Stouw. - [S.l.] : [s.n.], 1767. 1 p.: 24x37 cm (op karton). - PK : XXII N 12 N.B. (S. Muller Fz.): Uit dit gedicht blijkt dat bedoeld wordt de nieuwe woning van den bekenden Oranje gezinden rijmelaar en erfhuismeester Jan Stouw, die in dit jaar gebouwd is. Aan Stouw werd bij vroedschapsresolutie van 6 Juli 1767 vergund, om met zijne timmeringe aan de bij hem gekogte huysinge, staande aan de noordzijde van de Marieplaats, zoverrre straatwaarts te mogen uitspringen, als zeker tuynhuysje annex voorss. erff thans staat. Het perceel was hem overgedragen bij transport van 2 Juni 1768. Bij resolutie van 16 Januari 1769 approbeerde de vroedschap den aankoop van het huis van den overleden erfhuismeester Stouw, dat bestemd werd tot het houden van erfhuizen en publieke verkoopingen; het perceel werd aan de stad overgedragen bij transport van 14 Juni 1769. (Uit de vergelijking van dit transport met dat van 2 Juni 1768 blijkt, dat het door Stouw gekochte huis (een oud claustraal huis van St. Marie) door een open terrein van de Mariaplaats gescheiden was; op dit terrein bouwde Stouw het nieuwe huis, waarop het vers betrekking heeft, terwijl het oude huis daarachter bleef bestaan). Het perceel is tot omstreeks 1863 door de stad als erfhuis gebruikt, na de slooping is op deze plaats de Botermarkt ontstaan.