2400-2. Utrechtse edelen
- De bisschop van Utrecht- De hertog van Brabant; de graaf van Holland; de hertog van Gelre; de hertog van Kleef; de graaf van Bentheim; de graaf van Cuyk; en de graaf van Goor, allen leenman van het Sticht; en voorts: de graaf van Vlaanderen; de graaf van Zutphen; de graaf van Teisterbant; en de graaf van Hoirne (1)- De heren: van Heusden; Arkel; Berghen; Buren; Culemborg; Vianen; IJsselstein; Ameide; Leerdam; Waterland; Wiltenborch; Sterkenburg (2)- Wulven; Nederhorst; Hardenbroek; de graaf Uten Goye; de heren van: Amstel; Woerden; Abcoude; Gaesbeeck; Voorst; Coevorden; De burggraaf van Groningen; de heer van Vianen (3)- Zweder van Vianen; Jan van Beverweerd; Gijsbert van Rijsenborch; Jan van Jaarsveld; IJsselstein; Abcoude; Montfoort; de burggraaf van Montfoort; Wiltenborch; Eerst van Wulven; Gijsbert van Sterckenborch; Alfort van der Horst (4)- Gijsbert van Hardenbroek; Adam van Lockhorst; Jan van Lockhorst van Liesveld; Aert van Lockhorst van den Berghe; Herman van Lockhorst van Wulven; Ghijsbert van Ruwiel; Gerrit van Doornik; Jacob Taets van der Weyde; Ruijsche van Lijnschoten; Jan van Renesse; Jan van Renesse van Lichtenberch; Jan van Renesse van Rhijnauwen (5)- Jan van Renesse van Cruyningen; Wouter van Zuylen; Steven van Nievelt; Jan van Zuijlen van Natewisch; Swe(d)er van Voorst; Jan van Voorst van Rechteren; Willem van Binckhorst; Frederik van Rechteren; Ringenborch; Dirck van Hermelen; Melis Uteneng; Gijsbert van der Haer (6)- Frederik Uuttenham; Splinter van Loenersloot; Woudenberg; Lambert de Vrese; Peter van de Velde; Tyman van der Masch; Gijsbert van der Meer; Van den Zande; Ludolff Oudevecht (of: Overdevecht); Gerrit van de Vliet; Welle; Hendrick van Schalckwijck (7)- Stoutenburch; Hemerten; Borre van Amerongen; Amerongen; Weterinck, Hunninck; Ruijtenberch; Van der Clooster; Aelff Sweten; Herman van Mulert; Gerrit van Veen; Gijsbert Gunter (8)- Jacob van Lichtenberch; Hendrick van Rijn; Gerrit van Rijn; Jan van Schoenhoven van Cuylenburg; Jan van Schoenhoven van Leyenberch; Jacob van Groenewoude; Verna van Drakenborch; Frederik van Drakenborch; Godschalck van Winssen; Hinderstein; Heemstede; Oudegheijn (9)- Jacob van Jutfaes; Van Damasch; Lunenborch; De Wael van Vroonesteyn; Oesterum; Gijsbert van Vloten; Maarsen (10)- Kroniekaantekeningen betreffende de oprichting van het Duitse Huis te Utrecht in 1231, met wapenafbeeldingen van de landgraaf van Doringen (Thüringen) en de graaf van Hoenloch (Hohenlohe) (10-a)- Afbeeldingen van de kleding van de ridders van de Duitse Orde, balije van Utrecht (11-12)Wapenafbeeldingen van de landcommandeurs van de balije van Utrecht van de Duitse Orde, zoals zij geschilderd zijn op de schilderijen in de kamer van het Duitse Huis te Utrecht:- 1. Antoni van Ledersacken van Prinshagen (Anthonis van Printhagen, genaamd Ledersack)- 2. Seger van der Sluijs van Heusden- 3. Dirck van der Horst- 4. Gijsbert van der Goije- 5. Ludolff van Bun(nen)- 6. Dirck van Hollandt (13)- 7. Herberen van Drongelen (14)- 8. Johan van Hoenhorst- 9. Goesse van (den) Garnar- 10. Lodewijck van Kenswielre- 11. Rutgher van Vlimerschem- 12. Rijnier Hoen (14)- 13. Hendrik van Alckemade- 14. Hendrick van Hoenhorst- 15. (Gerrit) Splinter van den Enge- 16. Bernyer van Opbueren- 17. Johan van den Sande- 18. Sweeder Cubbinck (15)- 19. Herman van Keppel- 20. Aelbert Vorst- 21. Dirck van Enghusen- 22. Johan van Haeften- 23. Claas van der Dussen- 24. Hendrik van Hackfort (16)- 25. Johan van Drongelen- 26. Gosen van Rossem (Rossum)
isPartOf
2400-2. Utrechtse edelen
identifier
type
label
2400-2. Utrechtse edelen