[In de marge: Marten van Rossem voor Amersfoort ] Op den avond van Translatio Martini anno 1543 quam Marten van Rossen voor Amersfoort groote schade doende in de dorpen van Leusden, Soest ende andere dorpen ende haalde al dat men eeten mocht van Amers- foort, tot De Bilt toe, maar sij en barnden niet noch en vingen geen mans, maar haalden koeyen, kalveren, schapen, verken, wat men eten mocht. Cleer en huysraat namen sij al, verdinge ende gheweer- saet holpen niet. Saterdags voor Ons Vrouwen Visitatio anno 1543 rys- den die veendel die in Amersfoort lag tot Nijenkerk ende wouden dat uytslaan ende vangen die mans, maar de Nijkerkers weerden hem also, datter niet veel knegten werom en quamen, maar al gevangen of dood. Ende dat vernamen de Gelderse dat Amersfoort alle hoer knegten quyt waren ende quamen op Sunte Martijnsdagh voor Amersfoort, alse voorschreven staat, ende spolyeerden dat convent van de Birckt, jaagden al die heeren uyt, nemende dat daer was. Ende doe die knegten al uyt Amersfoort waren, quamen alle dagen de borgers kinders van Amersfoort mit manden en croywagens ende namen al dat daer in ’t convent ende op ’t hoff gebleven was ende die leyen die op de kerk ende op dat clooster waren braken sij af, ende al dat loot, ankeren, iserwerk, houtwerk ende al dat daer was. Dat clooster te Soest, die Brigitten, spolyeerden die kneg- ten ook. Ende daar waren noch twee of drie joffrouwen in ’t con- vent gebleven: daer gingen die knegten qualick mede om etc.

[In de marge: Marten van Rossem voor Amersfoort ] Op den avond van Translatio Martini anno 1543 quam Marten van Rossen voor Amersfoort groote schade doende in de dorpen van Leusden, Soest ende andere dorpen ende haalde al dat men eeten mocht van Amers- foort, tot De Bilt toe, maar sij en barnden niet noch en vingen geen mans, maar haalden koeyen, kalveren, schapen, verken, wat men eten mocht. Cleer en huysraat namen sij al, verdinge ende gheweer- saet holpen niet. Saterdags voor Ons Vrouwen Visitatio anno 1543 rys- den die veendel die in Amersfoort lag tot Nijenkerk ende wouden dat uytslaan ende vangen die mans, maar de Nijkerkers weerden hem also, datter niet veel knegten werom en quamen, maar al gevangen of dood. Ende dat vernamen de Gelderse dat Amersfoort alle hoer knegten quyt waren ende quamen op Sunte Martijnsdagh voor Amersfoort, alse voorschreven staat, ende spolyeerden dat convent van de Birckt, jaagden al die heeren uyt, nemende dat daer was. Ende doe die knegten al uyt Amersfoort waren, quamen alle dagen de borgers kinders van Amersfoort mit manden en croywagens ende namen al dat daer in ’t convent ende op ’t hoff gebleven was ende die leyen die op de kerk ende op dat clooster waren braken sij af, ende al dat loot, ankeren, iserwerk, houtwerk ende al dat daer was. Dat clooster te Soest, die Brigitten, spolyeerden die kneg- ten ook. Ende daar waren noch twee of drie joffrouwen in ’t con- vent gebleven: daer gingen die knegten qualick mede om etc.