NL-UtHUA_A100820_000332.jpg
[In de marge: Anno 1528 ] op die grote camer. Dan onse God holp die joffrouwen die noch in ’t clooster waren dat sij de brant wederomme lesten. Die jofferen van Outwijk gongen ook in den leeger, maar sij en kosten geen beesten noch niet wederkrijgen. De vrouwe van Outwijk geheten Drakenburg die woonden doe te Leyden op dat Bagijnhoff met een deel van hoere joffrouwen, ende de vrouw van Den Dael woonde ook binnen Leyden mit een deel van hoere joffrouwen, maar ik bleef altijt hier, in ’t clooster ende had bij mij seve juffrouwen, drie maagden ende ons melkmoeder ende den backer ende de oude neelmoeder ende twee koeyen ende twee peerden behielden wij altijt bij ons. [In de marge: Groote duerte binnen Utrecht ] In de stad van Utrecht was groot gebrek van alrely cost want uyt Holland en quam hem niet dan bij tijden wat vis dat sij steelsgewijs op hoer lijf hier broghten. Men gaf voor een pont bo- ter drie ende vier stuyvers, vier en 5 eyeren voor eenen stuyver. Het was al ’t Sticht door verboden dat nimant op sijn lijf en goet binnen Utrecht eenigerhande goet moest brengen. Soo reden die peerden binnen Utrecht dick tot Reenen. [In de marge: ’t Huys Horst door de Gelderse bemagtig en afgebroken ] Dat had die hartoge van Gelre ook in. En dat Huys ter Horst daer was Ernst van Amerongen maarschalk op ende die gaf dat huys op die h artoge van Gelre. Ende die liet dat huys afbreken ende tim- merde ende metselde daar muuren tot Reenen mede.Item also dick als die van Utrecht togen na Reenen om proviant, soo mosten wij hem een wagen ende peerden mede doen, of ons peerden moesten de busse trecken. Ende sij hadden eens drie peerden van ons aan een groote busse, ende daer togen sij mede voor Hasselt, ende speysde dat, want het belegert was. Ende daer werden ons peerden mit kraght in die stad gedron- gen ende bleven daer ses weeken lang in. Doe quamen sij weder thuys, dan een peert bleef onderwegen dood ende ’t ander was verdorven dat het steyf waer en bleef soo. Wij hadden altoos alle dagen de knegten van Utrecht tot alre uuren ende mosten hem al geven van cost dat wij hadden. Ende des avons quamen die Borgonyese knegten, ende die gevangenen altijt hier. Bij Matthaeus (p. 161) is toegevoegd: 'ende bleven des 's nachts hier'. Dat