Maarten van Rossum (ca. 1478-1555)
[In de marge: Hassela] Interea Carolus Gelrie dux Transisulanorum Regionem iterum invadere parat, dolo occupata Hassela, oppidulo haud procul a Swollis, Ultraiectinorum nomine: [In de marge: Rhenum] Haud multo post tempore cepit oppidulum Dorestato vicinum, cui à preterfluente Rheno, Rhenum nomen est, Dive Cunere memoria celebre Traiectinis proinde peditum equitumque numerum auxit, uberrimè comme- atum importavit, in proximos pagos ire frumentatum precepit, atque in sua tandem verba iurare compulit. [In de marge: Rosumus] Civitatis prefecturam nobili viro Rosu- mo archistratego suo delegavit: Huius imperio, tam cives quam milites parere, huius arbitrio omnes obtemperare iussit. Aucto autem militum numero, huc enim omnis ferme Gelriorum nobilitas confluxerat, quoniam confoederati, exhausto iamdudum aerario tante multitudini non erant solven- do, decreverunt cives gravibus subinde exactionibus exurgere, quin et violentum hoc militum genus non in aedes tantum, verumetiam ad communem mensam admittere oportuit, nemine contra hec vel mutire auso. [In de marge: Tocht van Marten van Rossem in Brabant ] In ’t jaer ons Heeren 1542 doe vergaderde Marten van Rossem ende Adriaen van Bilant, heer van Wel, ende meer jonkeren veel peer- den en knegten. Ende op Ons Vrouwendagh Visitatio des jaars voorseyd so rysden Marten van Rossum voorseyd mit al die jonkeren ende knegten door de Kempen in Brabant voor Antwerpen, doende groote schade, want nimant had sijn goet weghgebroght, want men syde dat in seshondert jaar, ruyter noch knegten voor Antwerpen hadde geweest om die stad ofte dat lant schade te doen. Maar daer worden kloosters noch kerken gespaert om die stad ende in dat keysers lant, maar verbrant ende vernielt. Ook mede veel kostelijke husen ende dorpen in ’t lant. [In de marge: Hij wint Amersfort ] Op de octave van Visitationis Maria anno 1543 kreeg Marten van Rossem Amersfoort in. Aen de eene poort ende eynde van de stad stormde hij ende aen de andere poort worden hij mit zijn knegten ingelaten. Ende de borgers moesten hoer lijf en goet koopen tegens Mar- ten van Rossum ende men syde dat sij LXXX duysent Caroligul- den moesten geven ende dat gelt moesten die borgers van ston- den aan opbrengen. Ende dat dat rede gelt niet en hadde, die brochten Marten van Rossum haar zilverwerk, ringen, [In de marge: Vrede tussen de Hollanders en Geldersen ] Doe de biscop Utrecht in had, een wyle daarna toeg al dat groot volk, te weten den graaf van Buuren, de graaf van Ren- nenbergh, jonker Joryan Schenk, stadholder van Vriesland, elx mit hoer volk voor Thiel, daer sij lang voor lagen, maar togen ten lesten daar weder af, ende doen woert er gesoent. Twee of drie dagen voor Exaltatio Crucis worden alle die cloosteren buyten Utrecht ver- schreven tot Wageningen bij den ritmeester te komen, als wij de- den. Ende daer word die cloosteren voorgehouden dat sij verdingen soude ende die penningen beloven op te brengen binnen corten tyt. Maer wij namen ons beraat ende wouden ’t elk zijn oversten te kennen geven. Ende daer en tussen word het gesoent ende gevryt. Den Heer sy daervoor gebenedyt.
subject
Maarten van Rossum (ca. 1478-1555)
label
Maarten van Rossum (ca. 1478-1555)