20. lees: 'vicesimus'. Markeringsteking in linkermarge, mogelijk om aan te geven dat Bernold ook een heilige was. Bernoldus inter sanctos et electos Dei merito habet sortem, quia infra muros Traiectenses tres fundavit ecclesias, scilicet Sancti Petri et Sancti Johannis, in quibus canonicos ordinavit, et Sancti Pauli, ad quam traxit monachos, quos Ansfridus in Sacro Monte instituerat. Unam vero eciam in Davantria ecclesiam construxit in honore Sancti Lebuini, quam dotibus [In de marge: De gilden belasten de cloosteren ] Ende des manendags in de Cruysdagen daerna so vergaderden die gilden weder op Sint-Janskerkhof, ende daer bleven si leggen al den dagh, ende des dyns- daghs ende des woensdags als op Ons Heeren Hemelvaartsavont, soo ont- boden die gilden alle die cloosters binnen en buten Utrecht op bis- copshoff te comen ’s morgens ten 9 uuren. Doe die overste of hoeren gemagtigde daer al bijeen waren, so wort hun allen te kennen gegeven, als dat die stad van Utrecht belast was mit groote schulden ende an- dere commeren, ende dat oversulx de vijf godshusen binnen Utrecht moesten geven te samen XV duysent goude gulden binnen een maant tyt ende alle de cloosteren soo binnen als buten Utrecht, binnen Amers- foort en buten Amersfoort, ende binnen Reenen en Wijck, die moesten te samen geven X duysent goude guldens, binnen eenre maant en de negen cloosters, als Sinte-Paulus binnen Utrecht, Oostbroek, Sinte Cathrinen, die van den Duytsen Huyse, Cathusers, Outwyk, Sint-Servaes, Ten Dael, Vrouwenclooster ende Brandolyn mosten eenen brief besegelen op Ons Heeren Hemelvaartsavont, van stonden aan, en mosten loven in den brieve voer alle die andere cloosteren de tiendusent goude gulden te betalen binnen een maant. Doe dit gedaen was, des dags na Ons Heeren Hemelvaertsdagh, doe worden alle die cloo- steren binnen en buten verschreven allegader t’Sunte-Paulus te ko- men, alse sij deeden. Ende daer was een brief op alle die cloosteren ge- maackt, daer onder hanttekening elx die oversten die voorseyde 9 clo- steren te vryen ende elx zijn part te betalen, dan dat clooster tot Wijck en had daer nimant gesent, doe en woude nimant die cloosteren setten wat elx soude geven. Soo koren wy alle gelijk daer- toe den abt van Sint-Paulus, den abt van Oostbroek, de balier van Sinte-Cathrijne, den landtcommandeur, de prior van de Carthusers, de prior van de Regulieren binnen Utrecht, de pater van den Dat clooster te Wijk was geset te geven vyftalve hondert goude gulden. Ende en woude niet geven, ende onsen genadigen heer wou- de dat gelt van den negen cloosteren hebben die gesegelt hadde, want hij syde altijt hij en kende nimant darom te manen dan die ne- gen cloosteren voorschreven ende hier waren wij dik om te raden t’ Sint-Paulus. Ten lesten schreef zijn genade, dat men ’t die cloosteren uytpanden soude, ende dat beval hij sijnen vicarius. Also worden uyt elken clooster een van hoeren peerden op dat biscopshoff t’Utrecht geset bij de pander. Ende doe lieten de voorscreven cloosteren mitten selven pander aen dat clooster te Wijck aen haer pachters ende goet weder panden, ende doe quamen sij binnen Utrecht, ende wij cloosteren kregen elk ons peert weder sonder cost. Doe mijn vrouw dood was, sant de president te hoof Dirk Verbeek, ontbi- dende dat mijn vrou gerust was ende brocht de connissie wederomme aan mijn heer van St.-Paulus ende Bruhesen. Daar heb ik hem af gegeven twee gulden ende Bruhesen voor twee daggelden 18 gulden. De secretaris heeft gehat 12 gulden.
subject
label
Paulusabdij