122. Mandaat van de ridderschap van Utrecht aan rentmeester Herman van Ewijck tot betaling van het glazen raam met het wapen van het convent in het huis naast de ridderschapskamer waar de pander kantoor houdt, 1647125. Akte van uitgifte van een losrente door vrouwe Geertruyt van der Borch en andere jufferen ten behoeve van Adriaentgen Adriaens weduwe van Jan Lievensz. van Schroyesteijn, in leven rentmeester van Wittevrouwen, vanwege een resterende schuld aan hem en zijn erfgenamen bij het sluiten van de rekening, onder hypotheekstelling van 3½ morgen land bij de Nieuwendijk buiten de Wittevrouwenpoort, 1583 okt. 5, aan de keerzijde verklaring van aflossing, 1615.128. Akte van schuldbekentenis door Justus van Cuylenborgh, rentmeester van Mariëndaal, Vrouwenklooster en Wittevrouwen, wegens een lening van Elisabeth Verzeyll, weduwe van Jan Cyprianus van Ewijck, hoofdofficier van de stad Utrecht, 1751, afgelost, 1791.