Karthuizers, convent
190. Akte waarbij het kapittel van Oudmunster aan Aletta van Voorst vierdehalf morgen land te Westbroek in erfpacht geeft, 1697togen sy in ’t clooster der cathusers buten Utrecht, ende des an- deren dags togen si weder over die Vaert. In den Advent namen sij dat Huys van Schonauwe in ende dat deede de stad van Utrecht. En cors daarna nam het biscopsvolk dat Huys te Beverweerde in. Ende daer hadden wij acht van onsen mestverkens geslagen, ende wij hadden weyt ende haver ende capoenen, maar wij kregen ons speck weder, ende een redelyken penning voor ons ander goet. [In de marge: De gilden belasten de cloosteren ] Ende des manendags in de Cruysdagen daerna so vergaderden die gilden weder op Sint-Janskerkhof, ende daer bleven si leggen al den dagh, ende des dyns- daghs ende des woensdags als op Ons Heeren Hemelvaartsavont, soo ont- boden die gilden alle die cloosters binnen en buten Utrecht op bis- copshoff te comen ’s morgens ten 9 uuren. Doe die overste of hoeren gemagtigde daer al bijeen waren, so wort hun allen te kennen gegeven, als dat die stad van Utrecht belast was mit groote schulden ende an- dere commeren, ende dat oversulx de vijf godshusen binnen Utrecht moesten geven te samen XV duysent goude gulden binnen een maant tyt ende alle de cloosteren soo binnen als buten Utrecht, binnen Amers- foort en buten Amersfoort, ende binnen Reenen en Wijck, die moesten te samen geven X duysent goude guldens, binnen eenre maant en de negen cloosters, als Sinte-Paulus binnen Utrecht, Oostbroek, Sinte Cathrinen, die van den Duytsen Huyse, Cathusers, Outwyk, Sint-Servaes, Ten Dael, Vrouwenclooster ende Brandolyn mosten eenen brief besegelen op Ons Heeren Hemelvaartsavont, van stonden aan, en mosten loven in den brieve voer alle die andere cloosteren de tiendusent goude gulden te betalen binnen een maant. Doe dit gedaen was, des dags na Ons Heeren Hemelvaertsdagh, doe worden alle die cloo- steren binnen en buten verschreven allegader t’Sunte-Paulus te ko- men, alse sij deeden. Ende daer was een brief op alle die cloosteren ge- maackt, daer onder hanttekening elx die oversten die voorseyde 9 clo- steren te vryen ende elx zijn part te betalen, dan dat clooster tot Wijck en had daer nimant gesent, doe en woude nimant die cloosteren setten wat elx soude geven. Soo koren wy alle gelijk daer- toe den abt van Sint-Paulus, den abt van Oostbroek, de balier van Sinte-Cathrijne, den landtcommandeur, de prior van de Carthusers, de prior van de Regulieren binnen Utrecht, de pater van den
subject
Karthuizers, convent
label
Karthuizers, convent