Cluten, Alijt,
Salvators. Fye van Zanen, hiervoor genoemt, was geboren van Haerlem, groot, na de werelt te spreecken. Dese gaff alle haer silverwerck ende juwelen den voorseide susteren, ende woonden op 't bagijnhoff, stichte het hoge outaer in sinte Ceciliën ende gaf daertoe 12 mergen l(ants), stervende op 't voors. bagijnhof aenuuyt de costerie van Tienhoven, het helmteecken van het een was gebroocken, onder staen deese woorden: * Dit glas gift Adriaen Willemsz Ploes, hiernae bij Godt. Dit glas gaf Claes Willemsz Ploes, Godt heb sijn siel. [Ceciliaklooster] Cecilianum monasterium in Foro Boario etiamnum superest, de hoc legi sequentia in earum memoriis, quae hoc incoluerunt. Anno 1380 ofte daerontrent, was te Deventer meester Gerrit de Grote, die veel om Godts wil gaff, ende door hem werden veel priesteren ende meechden, het Sticht door, verwect tot devotie ende eenen gemeenen leven. De priesteren ende clercken maecten veele regulier cloosteren, ende sommige maechden ende weduwen deden desgelijcx. Sommige oeck namen aen de derde oirde sancti Francisci. Sommige bleven sitten bij malcanderen, ende deser waren meer dan 1000 in den gestichte, waervan eenighe woonden achter sinte Barbaren gasthuys, 22 in 't getal, ontrent 16 jaeren lang, die in groote eendracht samen leefden. Interim was eenen Erembout Eremboutsz, cappellaen in de Buyrkerck, ende een weduwe Alijt Cluten van Campen. Dese namen de regieringe aen, ende hij quam wonen in een cleyn huysken aen 't gasthuys, ende dede veel onderstant den gasthuse. Ende soo haer nu veel last geschieden, was een borger t' Utrecht, Dirck van der A, die met sijn wijf Lucie hem gaven een groot out huys, met een deel hoven binnen hore hofsteden in de Noden, dat se met hare hulperen betimmeren deden, ende cregen aldaer een capelle, in sinte Ceciliën eere gesticht, daer hen een part de stadt, ende oeck de geestelickheyt seer behulpich inne waren, insonder heer Gerrit van Bronckhorst, canonick t' Oudemunster, die verwerft van den bischop dat sij na drie jaeren, als sij dit huys ende capelle beseten hadden besloten worden, te weten anno 1399, ende ontfingen die cledinge van heer Willem Lambertsz, minister van Amsterdam der voorseide oirden. Ende wert mentie gemaect van Sophia Jans van Zanens weduwe, die enich goet aen haer convent gedaen heeft. Heer Erembout Bosscopt werden de slotelen gegeven van de beslutinge, in presentie van heer Harman van Lockhorst, Domdeken, meester Wauter van Renen, officiaal, Jan Toelnaer, canonickDirck van der A sterf anno 1411, daechs voor Dertienavont ende hadde kinderen, wort mede daer begraven. Hij hadde daer gesticht den legen outaer, daertoe gevende 20 francken 's jaers. Waren noch op het sluyten van 't voorseide convent Jacob Lieboert, Jan Lieboert, Braem Dool, Jacob Coman, Andreas de Witte, Vranck de Vroede, borgers t' Utrecht, daertoe geroepen als getugen. Anno 1400 beval heer Vrederic, bischop t' Utrecht, heren Harman van Lockhorst, Domdeken, de volcome besluytinge, als hij tevoren gedaen hadde heren Evert Foecke. Dan de niewe beslutinge beval hij den recte u rs. Volgen eenige namen der bagijnen. Alijt van Orck, Wibbe Budels, Griete Boechent, Alijt Erler, Alijt Surmonts, Alijt Cluten, eerste mater, Lijsbet Hanen, Alijt Beren, Mari van Vianen, Tuenken Overdevecht, Alijt van Houdaen, Adelken Edels. Dieder van Erler, mater, hebbende de cancker aen haere borst, sterft anno 1435 op Vrouw Lichmissendach. Ende wert na haer gecoren suster Jutte Utenboegart uuit Brabant. Haze Overdevecht, Mette van Bueren, Niese van Ense, Alijt Bosscop, Niese van Wijck, Vrederica Soudenbalch, Stijntgen van Wylsem, Mechtelt van Eck, Jutte van Schoenouwen, Jutte van Dry, Adriane Witte, Elborch Witvoets, Heyl van Nienrode, Alijt van Dry, mater, Stijn Trienen, Nelle van der Weyde, Heyl Rovers, Lijsbet van Heeswijck, Mette Stryster, Gese van Hemerten, Bely van Heeswijck, Heyl Grauwerts, Haze van Drakenborch, Janne van Dolre, Hillegont van Drij, Bate Cranen, Griet van Erp, Haze van Lanscroon, Janne van Ackoye, Gijsbert Piexs dochter. Mater Jut van Bogaert, afgeset sijnde, omdat se te oetmoedich was ende te veel om Goods wil gaf, wert in haer plaetse gecoren, 1437, suster Gese van Hameren, geboren tot Montfoort, die regierden 2 jaeren. Anno 1438 werden gecoren ministra Alijt van Dry, van den Elborch. [Bethlehemklooster] Ontrent den jaere 1423 wert getimmert het huys te Bethlem, in de Nieuwe Weert (ni fallor) buyten Utrecht, tot behoef van sommige susteren van sint Ceciliën die cranck waren, om daer te wonen ende rumer locht te hebben, tot een uuthoff van die van sint Ceciliën. Anno 1424 wert Alijt, Jan Henrics dochter van Riemen, een moeder gecoren om sint Ceciliën te regieren, also Alijt Cluten op sint Thomasavont gestorven was, ende daerna werden die van Bethlem met die van sint Ceciliën oneens ende scheyden. Anno 1425 op sint Pancraes coren sij tesamen tot moeder Dieder Herler van Elborch. Anno 1481 in mey. [Mariëndaal bij Zuilen] In 't pant van Mariëndael, op de Vecht bij Utrecht, plach te staen een memorietafel, noch bewaert, met de volgende woorden ende wapenen. * Anno XV c XXIII, op sint Brixiusdach, sterff joffer Alidt Utenbroec, priorinne was. Anno XV c XL, op sint Bernardusdach, sterf joffer Maria van Beesde. Anno XV c LXXI, den lesten april, sterff joffer Anna van Grunenberch. [De kanonnen van Olivier van Noort] Anno 1629, in augusto, op de wallen t' Utrecht gebracht, wanneer Amersfoort van de viant belegert is, onder andere stucken geschuts, twee metale die met Olivier van Noort om de werelt hadden geweest, waerop tot gedachtenisse stonden dese veersen: Strete Megeliano heb ic gepasseert, Met den general Olivier onbevreest, t 'Utrecht ic wederom ben gearriveert, Als ic drie jaeren op de reys was geweest. Thomas Both me fecit anno 1578 Op het . Hs.: Op 't het ander. ander: De werelts ronde cloot, Ben ic in drie jaeren, Door avonturen groot, Met Olivier omvaeren. [Kosterswoning van Tienhoven] Dese wapenen gesien in mey 1630, in twee seer oude glasen, genomen
subject
Cluten, Alijt,
label
Cluten, Alijt,