Kaarsenarm behorende bij een kaarsenkroon van twee hoogten met Mariafiguur bovenaan. De arm is twee maal gebogen en is versierd met negen druiventrossen en vijf wingerdbladeren. De ronde vetvanger is aan de onderkant met zes ronde lobben versierd. De kaarsenhouder is zesvlakkig, opengewerkt, geplaatst op een dubbele holrond geprofileerd voetstuk, overgaande in een uitsteeksel met schroefdraad. Dit is de derde arm van de onderste ring, genummerd met 3 ronde punten. De kaarsenhouder is ongenummerd.