De bewoner van een woning aan de Jan Oudegeeststraat in Amsterdam speelt op zijn accordeon. De woningen, ontworpen door H. Van Vreeswijk in 1962, staan in Osdorp, één van de westelijke tuinsteden. In Nederland ging men over tot het bouwen van deze woonwijken om de woningnood na de Tweede Wereldoorlog op te kunnen vangen. Behalve dat er te weinig woningen waren heerste er ook materiaalschaarste. Bewoners die het geluk hadden een woning te hebben gevonden werden geconfontreerd met bijna lege meubelwinkels. De Stichting Goed Wonen gaf door het geven van voorlichting aan consumenten oplossingen voor deze problemen. Zij propageerde eenvoud. Het goede interieur was functioneel, gemakkelijk schoon te houden, en gebaseerd op een scheiding van functies (slapen, werken, koken). Door het toenemen van de welvaart, in de jaren zestig, en door het ruimere aanbod op de meubelmarkt, veranderden de opvattingen over stijl en smaak. Het interieur op de foto laat deze verandering zien. De bakstenen wand en de bank zijn voorbeelden die niet door de stichting werden gepropageerd, maar wel vaak werden aangeschaft.