Bewoners Lucernehof

De heer en mevrouw Van der Sar zitten in hun woonkamer aan het Lucernehof in Nagele. Voor het raam staan Amaryllissen, waarin enkele woningen aan de overzijde van de straat weerspiegelen. De eengezinswoningen werden ontworpen door Van Egteren woningbouw N.V. en gefinancierd door de woningwet. De woningbouwvereniging Noord-Oostpolder nam bij oplevering in 1967 het beheer van de woningen op zich. De stedenbouwkundigen van het Nieuwe Bouwen diende bij het ontwerp van het dorp rekening te houden met de religieuze samenstelling van de dorpsbewoners. Om ervoor te zorgen dat niet één religie de overhand kreeg besloot men dat de bevolking een afspiegeling moest vormen van de verhoudingen in Nederland als geheel. In de jaren vijftig hield dit in dat een derde van de gelovigen rooms-katholiek, een derde protestant en een derde een ander geloof aan hing. Dit betekende dat er in het dorp drie kerken moesten worden gebouwd, bevolkt en onderhouden. De kerken zouden, samen met de scholen, op het gemeenschappelijk veld midden in het dorp worden gebouwd. Tegenwoordig blijkt dat het op de been houden van drie of meer geloofsgemeenschappen een zware opgave is. Een daling van het aantal dorpsbewoners, de groeiende vergrijzing en de ontzuiling zijn enkele aanwijsbare oorzaken hiervan.

Bewoners Lucernehof

De heer en mevrouw Van der Sar zitten in hun woonkamer aan het Lucernehof in Nagele. Voor het raam staan Amaryllissen, waarin enkele woningen aan de overzijde van de straat weerspiegelen. De eengezinswoningen werden ontworpen door Van Egteren woningbouw N.V. en gefinancierd door de woningwet. De woningbouwvereniging Noord-Oostpolder nam bij oplevering in 1967 het beheer van de woningen op zich. De stedenbouwkundigen van het Nieuwe Bouwen diende bij het ontwerp van het dorp rekening te houden met de religieuze samenstelling van de dorpsbewoners. Om ervoor te zorgen dat niet één religie de overhand kreeg besloot men dat de bevolking een afspiegeling moest vormen van de verhoudingen in Nederland als geheel. In de jaren vijftig hield dit in dat een derde van de gelovigen rooms-katholiek, een derde protestant en een derde een ander geloof aan hing. Dit betekende dat er in het dorp drie kerken moesten worden gebouwd, bevolkt en onderhouden. De kerken zouden, samen met de scholen, op het gemeenschappelijk veld midden in het dorp worden gebouwd. Tegenwoordig blijkt dat het op de been houden van drie of meer geloofsgemeenschappen een zware opgave is. Een daling van het aantal dorpsbewoners, de groeiende vergrijzing en de ontzuiling zijn enkele aanwijsbare oorzaken hiervan.