r5513668

Gebouwd in het voorjaar van 1907 als fabriek voor de Maatschappij tot bereiding van kaas en boter Wilhelmina. De fabrieksnaam prijkt nog steeds op een tegeltableau op de voorgevel. De fabriek is voor f 17.758 gezet door Reijer Klaas Koppen & Zonen uit West-Graftdijk. De fabriek werd zuivelfabriek nummer tien in de Beemster. De eerste bewoner was kaasmaker Jacob Wijn, in 1915 opgevolgd door Jan van der Oord. Die kwam van de kaasfabriek De Goede Verwachting in Grootschermer en bleef hier tot de sluiting in 1930. Na Cornelis van der Lee was Johannes Nicolaas van Baar er de baas, van 1912 tot de sluiting. De hoeveelheid verwerkte melk bij de Wilhelmina lag in haar bestaan tussen de 1 en bijna 2 miljoen kilogram. In 1928 waren van de 42 bondsfabrieken in Noord-Holland er 24 groter dan de Wilhelmina. De sluiting van de Wilhelmina kwam tamelijk onverwacht. In mum van tijd vonden voorzitter Van Baar en zijn collega Piet Otjes van kaasfabriek De Unie elkaar in maart 1929. De samenwerking leidde in 1930 tot de oprichting van een geheel nieuwe, grote coöperatieve dagfabriek in Beemster: De Tijd. Kaasmaker* Jan van der Oord kocht in 1930 het fabriekspand en begon er met zijn twee zoons Jan en Cornelis een expeditiebedrijf. De ruimte boven de zoutkamer bood plek aan een honderdtal legkippen. Later werd de Wilhelmina befaamd om de roggebrood van bakker Hein Stevers (van 1955 tot 1979). Zijn vader Johannes Gerardus Stevers had het pand gekocht in 1941. De laatste van drie generaties Stevers als bakker op de hoek Hobrederweg/Jisperweg was Eric Stevers. Zijn opvolger Aad Bakker verliet in 1985 de zaak, een jaar na de overname. Hiermee kwam een einde aan de ambachtelijke bestemming van het gebouw. Op de foto Kaasmaker Jacob Wijn (geb 3-1-1875 te Graft) met zijn vrouw Dirkje Kuiper (geb 29-4-1882 te De Rijp) en dochtertje Trijntje Wijn (geb 21-7-1907) voor kaasfabriek Wilhelmina, rond 1909. Aan weerszijde een kaasmakersknecht (Foto Museum Betje Wolf)

r5513668

Gebouwd in het voorjaar van 1907 als fabriek voor de Maatschappij tot bereiding van kaas en boter Wilhelmina. De fabrieksnaam prijkt nog steeds op een tegeltableau op de voorgevel. De fabriek is voor f 17.758 gezet door Reijer Klaas Koppen & Zonen uit West-Graftdijk. De fabriek werd zuivelfabriek nummer tien in de Beemster. De eerste bewoner was kaasmaker Jacob Wijn, in 1915 opgevolgd door Jan van der Oord. Die kwam van de kaasfabriek De Goede Verwachting in Grootschermer en bleef hier tot de sluiting in 1930. Na Cornelis van der Lee was Johannes Nicolaas van Baar er de baas, van 1912 tot de sluiting. De hoeveelheid verwerkte melk bij de Wilhelmina lag in haar bestaan tussen de 1 en bijna 2 miljoen kilogram. In 1928 waren van de 42 bondsfabrieken in Noord-Holland er 24 groter dan de Wilhelmina. De sluiting van de Wilhelmina kwam tamelijk onverwacht. In mum van tijd vonden voorzitter Van Baar en zijn collega Piet Otjes van kaasfabriek De Unie elkaar in maart 1929. De samenwerking leidde in 1930 tot de oprichting van een geheel nieuwe, grote coöperatieve dagfabriek in Beemster: De Tijd. Kaasmaker* Jan van der Oord kocht in 1930 het fabriekspand en begon er met zijn twee zoons Jan en Cornelis een expeditiebedrijf. De ruimte boven de zoutkamer bood plek aan een honderdtal legkippen. Later werd de Wilhelmina befaamd om de roggebrood van bakker Hein Stevers (van 1955 tot 1979). Zijn vader Johannes Gerardus Stevers had het pand gekocht in 1941. De laatste van drie generaties Stevers als bakker op de hoek Hobrederweg/Jisperweg was Eric Stevers. Zijn opvolger Aad Bakker verliet in 1985 de zaak, een jaar na de overname. Hiermee kwam een einde aan de ambachtelijke bestemming van het gebouw. Op de foto Kaasmaker Jacob Wijn (geb 3-1-1875 te Graft) met zijn vrouw Dirkje Kuiper (geb 29-4-1882 te De Rijp) en dochtertje Trijntje Wijn (geb 21-7-1907) voor kaasfabriek Wilhelmina, rond 1909. Aan weerszijde een kaasmakersknecht (Foto Museum Betje Wolf)