r5451641

Aan de Where dankt de stad zijn bestaan. De Where was de levensader voor Purmerend en het verbindingswater tussen het Beemstermeer en het Purmermeer. Eerst als visplek en later als aanlegplaats voor de scheepvaart.Het was de aanlegplaats voor het trekvaartverkeer naar Hoorn en Edam en Monnickendam. Tevens was dit de afmeerplaats voor de aanvoer voor de vee-, zuivel-, vis- en groentemarkt, want wat niet te voet of met paard en wagen kwam, kwam per schip. De oudste kaden zijn de Oude Vismarkt en de Weerwal. De Kerkstraat, die in de 16de eeuw “Op ’t Oevert” heette, doet vermoeden dat tussen deze straat en de Where in de 12de eeuw de eerste bewoning moet zijn ontstaan. Ook al in de 16de eeuw werd de achterzijde van “Op de Dijck”, de huidige Koemarkt, een aanlegplaats en kreeg de naam “Achter den Dijck”. Langs deze wal en aan de overzijde op het zogenoemde Hoornse eiland, de Tuinstraat ontstonden scheepswerfjes. Na 1612 werd aan de overkant de Where-oever aangeplempt en ging bebouwd worden. Hier ontstond het Venediën en in de richting van de Beemster de Bierkade. En aan de stadskant werd het verlengde van de Vischmarkt aangeplempt en ontstond het Vlooijenburgh. Later werd dit Wagenbeurs genoemd en vormde daarmee de toegangsweg naar de Beemster, die kort daarvoor was drooggemaakt. In de 14de eeuw lag er nog geen enkele brug over de Where. In de 15de of 16de eeuw werd het veer bij de Kuipersteeg vervangen door een wipbrug. Toen na 1614 het Venediën en de Bierkade zijn bebouwd is ook hier tegenover de Slotterburgwal een wipbrug gemaakt en een vanaf de Achterdijk naar het eind van het Hoornse eiland, die later door het Hoge Bruggetje werd vervangen. Voor de volgende brugverbinding over de Where gaan we honderden jaren later in 1952 de Kooimanbrug bouwen en dan in 1965 de Wheermolenbrug . (Bron: Jan Dekkers: “Van Kaatjessteeg tot Padjedijk, herkomst van de Purmerendse straatnamen”).

r5451641

Aan de Where dankt de stad zijn bestaan. De Where was de levensader voor Purmerend en het verbindingswater tussen het Beemstermeer en het Purmermeer. Eerst als visplek en later als aanlegplaats voor de scheepvaart.Het was de aanlegplaats voor het trekvaartverkeer naar Hoorn en Edam en Monnickendam. Tevens was dit de afmeerplaats voor de aanvoer voor de vee-, zuivel-, vis- en groentemarkt, want wat niet te voet of met paard en wagen kwam, kwam per schip. De oudste kaden zijn de Oude Vismarkt en de Weerwal. De Kerkstraat, die in de 16de eeuw “Op ’t Oevert” heette, doet vermoeden dat tussen deze straat en de Where in de 12de eeuw de eerste bewoning moet zijn ontstaan. Ook al in de 16de eeuw werd de achterzijde van “Op de Dijck”, de huidige Koemarkt, een aanlegplaats en kreeg de naam “Achter den Dijck”. Langs deze wal en aan de overzijde op het zogenoemde Hoornse eiland, de Tuinstraat ontstonden scheepswerfjes. Na 1612 werd aan de overkant de Where-oever aangeplempt en ging bebouwd worden. Hier ontstond het Venediën en in de richting van de Beemster de Bierkade. En aan de stadskant werd het verlengde van de Vischmarkt aangeplempt en ontstond het Vlooijenburgh. Later werd dit Wagenbeurs genoemd en vormde daarmee de toegangsweg naar de Beemster, die kort daarvoor was drooggemaakt. In de 14de eeuw lag er nog geen enkele brug over de Where. In de 15de of 16de eeuw werd het veer bij de Kuipersteeg vervangen door een wipbrug. Toen na 1614 het Venediën en de Bierkade zijn bebouwd is ook hier tegenover de Slotterburgwal een wipbrug gemaakt en een vanaf de Achterdijk naar het eind van het Hoornse eiland, die later door het Hoge Bruggetje werd vervangen. Voor de volgende brugverbinding over de Where gaan we honderden jaren later in 1952 de Kooimanbrug bouwen en dan in 1965 de Wheermolenbrug . (Bron: Jan Dekkers: “Van Kaatjessteeg tot Padjedijk, herkomst van de Purmerendse straatnamen”).