r5460745

Inundatie van de Zeevang. De vrachtauto met huif van Gerrit Wakker. Zijn dochter Im moest als 14- jarig meisje voor de auto uit lopen om de auto op de weg te houden, zij vond het wel erg eng. De vrachtwagen heeft het kenteken GZ 39930. Rechts het perceel Middelie 9 (Noordeinde) het huisje Arend Vroom (Moos) en Neeltje Wakker. In de oorlog werd er als verdedigingsstrategie een bepaald gebied onder water gezet. Het watergemaal aan het Zeevangsdijkje heeft een grote rol gespeeld tijdens deze inundaties van de Zeevang in de Tweede Wereldoorlog toen de Zeevang twee maal onder water werd gezet. De eerste keer gebeurde dat in mei 1940 op initiatief van de Nederlandse overheid; de polder maakte namelijk deel uit van de verdedigingslinie rond de hoofdstad. Toen de Duitsers de grens over waren getrokken besloot de overheid dat de Zeevang onder water gezet moest worden. De sluizen te Edam en Oosthuizen werden op 10 mei 1940 opengezet en op 13 mei 1940 stond de polder blank; het peil reikte tot zo'n 70 cm boven het normale peil. De mooie polder was een grote watervlakte, hier en daar onderbroken door wat bomen, een damhek of een varkens- of kippenhok. Zo'n 21.000.000 kubieke meter water had bezit genomen van de vruchtbare, groene weilanden. In Warder, Middelie en Kwadijk drong het water zelfs woningen binnen waardoor sommige bewoners ook geëvacueerd moesten worden. Deze onderwaterzetting, die drie weken duurde, was vooral voor de boeren rampzalig, omdat het vee geëvacueerd moest worden. Het vee uit de verschillende dorpen werd ondergebracht in de Beemster, de Purmer, Beets, Oudendijk, Scharwoude en Grosthuizen. Toen Nederland was gecapituleerd werd begonnen met het droogmalen van de polder en kon uiteindelijk ook het vee weer bezit nemen van het polderland. De tweede keer dat de Zeevang onder water kwam te staan (maart 1944) gebeurde op bevel van de Duitse bezetter die daarmee de landing van geallieerde parachutisten wilde voorkomen. Deze inundatie duurde helaas langer dan de

r5460745

Inundatie van de Zeevang. De vrachtauto met huif van Gerrit Wakker. Zijn dochter Im moest als 14- jarig meisje voor de auto uit lopen om de auto op de weg te houden, zij vond het wel erg eng. De vrachtwagen heeft het kenteken GZ 39930. Rechts het perceel Middelie 9 (Noordeinde) het huisje Arend Vroom (Moos) en Neeltje Wakker. In de oorlog werd er als verdedigingsstrategie een bepaald gebied onder water gezet. Het watergemaal aan het Zeevangsdijkje heeft een grote rol gespeeld tijdens deze inundaties van de Zeevang in de Tweede Wereldoorlog toen de Zeevang twee maal onder water werd gezet. De eerste keer gebeurde dat in mei 1940 op initiatief van de Nederlandse overheid; de polder maakte namelijk deel uit van de verdedigingslinie rond de hoofdstad. Toen de Duitsers de grens over waren getrokken besloot de overheid dat de Zeevang onder water gezet moest worden. De sluizen te Edam en Oosthuizen werden op 10 mei 1940 opengezet en op 13 mei 1940 stond de polder blank; het peil reikte tot zo'n 70 cm boven het normale peil. De mooie polder was een grote watervlakte, hier en daar onderbroken door wat bomen, een damhek of een varkens- of kippenhok. Zo'n 21.000.000 kubieke meter water had bezit genomen van de vruchtbare, groene weilanden. In Warder, Middelie en Kwadijk drong het water zelfs woningen binnen waardoor sommige bewoners ook geëvacueerd moesten worden. Deze onderwaterzetting, die drie weken duurde, was vooral voor de boeren rampzalig, omdat het vee geëvacueerd moest worden. Het vee uit de verschillende dorpen werd ondergebracht in de Beemster, de Purmer, Beets, Oudendijk, Scharwoude en Grosthuizen. Toen Nederland was gecapituleerd werd begonnen met het droogmalen van de polder en kon uiteindelijk ook het vee weer bezit nemen van het polderland. De tweede keer dat de Zeevang onder water kwam te staan (maart 1944) gebeurde op bevel van de Duitse bezetter die daarmee de landing van geallieerde parachutisten wilde voorkomen. Deze inundatie duurde helaas langer dan de