Doopdeken met doorstik- en borduurwerk. De doopdeken is gemaakt van een naturelkleurige (Chinese) zijden damast. Het heeft een dunne vullaag en een lichtroze kunstzijden voering die in de twintigste eeuw is aangebracht. De deken is doorgestikt met stiksteken in een (in elkaar grijpende) krullenpatroon. Waar vier cirkels elkaar raken, wordt een bladmotief van vier bladeren gevormd, hierin is een nerf geborduurd. Er zijn bloemmotieven geborduurd met crèmekleurig garen met een kettingsteek, de bloemhartjes (?) worden gevormd van een cirkel in knoopsgaten-of festonsteek. De rand wordt van het middendeel gescheiden door rechte lijnen in kettingsteek. De rand heeft een ander patroon, kleinere bloemachtige krullen. Aan de buitenzijde een schulpmotief. De stof van boven- en onderkant is tegen elkaar ingeslagen en vastgezoomd, zoals gebruikelijk in Nederland. De lichtroze kunstzijden voering is in de twintigste eeuw aangebracht. Bij deze deken hoorde een mutsje met hetzelfde patroon. Mogelijk hoorde er een ook een bedjasje bij.