Spijkerjasje

Kort spijkerjasje van gebleekt denim versierd met koperen siernagels, scharnieren, slotjes, applicaties, kastgrepen en stukjes suède. Op de metalen knopen staat het merk: Lois. Op de punten van de kraag elk drie ingedeukte ronde metalen bolle nagels geklonken. Boven de borstzakken zijn twee scharnieren geklonken en een applicatie van stoffen kersen aangebracht. Op de kleppen zijn twee kastgrepen, een koperen deurhaakje en vijf splitpennen bevestigd. Op beide borstzakken zijn delen van een koperkleurig scharnier vastgeklonken met bolle nagels. Op de twee verticale banden onder de zakken zijn zeven bolle klinknagels geklonken. Op de tailleband is een oplegschuifje van messing geklonken, waarvan één klinknagel ontbreekt. De voorkant is verder versierd met behulp van blauwe, groene en paarse viltstiften. Het middenstuk van het achterpand is langs de naden versierd met dikke donkerblauwe stippen d.m.v. een viltstift. Middenachter is een stuk van grijze suède geplakt met daarop een messing deurklopper of ladegreep in de vorm van een leeuwenkop met een ring in de bek. Hieronder is een gestilleerde bloemvorm van grijze suède geplakt met in het midden een groene cirkel van suède. De contour is met een donkerblauwe stift aangebracht. Middenachter op de tailleband is een messing scharnier geklonken. Op beide mouwen zijn ter hoogte van de elleboog een ovaal stuk dik wit katoen gefestonneerd. Hierop is een ovaal stuk grijs suède geplakt. Hier omheen is een lijn getrokken met een paarse viltstift. De schenkster heeft het jasje begin jaren '70 versierd met koperbeslag. In cafe Hoppe werd ze ook wel het 'loodgietersmeisje' genoemd, n.a.v. het koperbeslag. Hierbij droeg ze twee ceintuurs (KA 22113 en KA 22114) en een tas (KA 22115).

Spijkerjasje

Kort spijkerjasje van gebleekt denim versierd met koperen siernagels, scharnieren, slotjes, applicaties, kastgrepen en stukjes suède. Op de metalen knopen staat het merk: Lois. Op de punten van de kraag elk drie ingedeukte ronde metalen bolle nagels geklonken. Boven de borstzakken zijn twee scharnieren geklonken en een applicatie van stoffen kersen aangebracht. Op de kleppen zijn twee kastgrepen, een koperen deurhaakje en vijf splitpennen bevestigd. Op beide borstzakken zijn delen van een koperkleurig scharnier vastgeklonken met bolle nagels. Op de twee verticale banden onder de zakken zijn zeven bolle klinknagels geklonken. Op de tailleband is een oplegschuifje van messing geklonken, waarvan één klinknagel ontbreekt. De voorkant is verder versierd met behulp van blauwe, groene en paarse viltstiften. Het middenstuk van het achterpand is langs de naden versierd met dikke donkerblauwe stippen d.m.v. een viltstift. Middenachter is een stuk van grijze suède geplakt met daarop een messing deurklopper of ladegreep in de vorm van een leeuwenkop met een ring in de bek. Hieronder is een gestilleerde bloemvorm van grijze suède geplakt met in het midden een groene cirkel van suède. De contour is met een donkerblauwe stift aangebracht. Middenachter op de tailleband is een messing scharnier geklonken. Op beide mouwen zijn ter hoogte van de elleboog een ovaal stuk dik wit katoen gefestonneerd. Hierop is een ovaal stuk grijs suède geplakt. Hier omheen is een lijn getrokken met een paarse viltstift. De schenkster heeft het jasje begin jaren '70 versierd met koperbeslag. In cafe Hoppe werd ze ook wel het 'loodgietersmeisje' genoemd, n.a.v. het koperbeslag. Hierbij droeg ze twee ceintuurs (KA 22113 en KA 22114) en een tas (KA 22115).