Tweedelige huisjapon van wijnrode ripszijde, bestaande uit een jak met borststuk, losvallende plooi op de rug, zogenaamde plis watteau en een aangerimpelde rok. Halflange strakke mouwen en een dubbele rij aangerimpelde manchetten. Het jak is afgezet met een opgestikte gerimpelde strook zijde. Het borststuk sluit middenvoor en heeft als versiering drie horizontale stroken gerimpelde zijde: borsthoogte, maag en taillehoogte. Het lijfje heeft een ingenaaid keurslijfje van naturelkleurig linnen, sluiting middenachter door middel van een rijgveter. De rok is ongevoerd.