Combinaison

Combinaison, ofwel een combinatie van een korsetlijf en een onderbroek, van wit katoen en machinaal kant. Twee brede schouderbanden samengesteld uit vijf smalle stroken kant. Vierkante hals. Lijfje bovenaan versierd met een strook kant uitlopend in punten, waaronder een tussenzetsel in zig-zag motief. Middenvoor bloezend en voorzien van vijftien verticale naaldplooien. Gladde tailleband, waaronder een glad heupstuk. De broekspijpen zijn licht gerimpeld aan het heupstuk gezet. De pijpen zijn onderaan versierd met hetzelfde kant als het lijfje en een aangerimpelde strook kant. De combinaison heeft een open kruis. Middenachter een blinde sluiting met vijf stof overtrokken knopen (linnen knopen) en bovenaan één knoop van parelmoer. Links onderaan de sluiting, aan de binnenzijde een geweven merk in rood: 'Gebroeders Langemeijer'. Hiernaast een maatetiket in rood: '48'. Middenachter bovenaan bij sluiting in zwarte inkt: '752' Schouderbanden, hals en broekspijpen zijn voorzien van zogenaamd trou-trou kant, waar doorgaans een lint door zou zijn geregen.

Combinaison

Combinaison, ofwel een combinatie van een korsetlijf en een onderbroek, van wit katoen en machinaal kant. Twee brede schouderbanden samengesteld uit vijf smalle stroken kant. Vierkante hals. Lijfje bovenaan versierd met een strook kant uitlopend in punten, waaronder een tussenzetsel in zig-zag motief. Middenvoor bloezend en voorzien van vijftien verticale naaldplooien. Gladde tailleband, waaronder een glad heupstuk. De broekspijpen zijn licht gerimpeld aan het heupstuk gezet. De pijpen zijn onderaan versierd met hetzelfde kant als het lijfje en een aangerimpelde strook kant. De combinaison heeft een open kruis. Middenachter een blinde sluiting met vijf stof overtrokken knopen (linnen knopen) en bovenaan één knoop van parelmoer. Links onderaan de sluiting, aan de binnenzijde een geweven merk in rood: 'Gebroeders Langemeijer'. Hiernaast een maatetiket in rood: '48'. Middenachter bovenaan bij sluiting in zwarte inkt: '752' Schouderbanden, hals en broekspijpen zijn voorzien van zogenaamd trou-trou kant, waar doorgaans een lint door zou zijn geregen.