Crèmekleurige tuniek van dunne zijde. Het lijfje is vanaf een verhoogde taillelijn overtrokken met zijde voile in dezelfde kleur. Tussen de zijde en voile een kanten strook aan weerzijden over de schouders, die tot aan de taille loopt, bij de taillelijn voor en achter licht ingerimpeld. Aangeknipte mouwen, die bij de rand afgezet met een rand van glaskralen. De verhoogde taillelijn is geaccentueerd door gekleurde kralen (goud, rood, blauw en wit). Op de taille een gevouwen vast ceintuur met middenachter een opgenaaide rozet met twee afhangende slippen. Sluiting middenachter met drukknopen. Het rokgedeelte bestaat uit drie losse panden, het middenvoor pand valt glad valt tot over de heup. De andere twee panden lopen naar achteren rond af. De splitten tussen de panden zijn afgezet met een kralenband en worden bij elkaar gehouden door een dik zilverkoord. Aan de achterzijde twee valse splitten. De onderrand is versierd met een zeven centimeter brede strook van kralen met een meanderend bloemenpatroon. Modieuze tuniek voor de jaren 1910-1915. Er hoorde waarschijnlijk een bijpassende rok bij, die in de collectie ontbreekt. Op tunieken van Poiret geinspireerd.