Zogenaamde boordjeskraplap, Staphorst en Rouveen, 1880–1940

'Boordjeskraplap' van wollen mousseline. Uit naaisporen en garenresten blijkt dat deze kraplap meerdere keren is aangepast. De oorspronkelijke kraplap met lintgarnering op het voorpand dateert uit de periode van ongeveer 1880-1900. Vermoedelijk was hij toen bedoeld voor naar de kerk of voor speciale gelegenheden. Al ruim voor de Tweede Wereldoorlog is ook op de achterzijde van de kraplap een lintgarnering aangebracht. Daarmee werd het kledingstuk een zogenaamde 'boordjeskraplap', een kraplap met voor én achter lintgarnering. De boordjeskraplap wordt als winterdracht onder het buisje (een doordeweeks winterjak) of het kaschijn (een zondags winterjak) gedragen. Deze lintgarnering is later nog vervangen door een andere.

Zogenaamde boordjeskraplap, Staphorst en Rouveen, 1880–1940

'Boordjeskraplap' van wollen mousseline. Uit naaisporen en garenresten blijkt dat deze kraplap meerdere keren is aangepast. De oorspronkelijke kraplap met lintgarnering op het voorpand dateert uit de periode van ongeveer 1880-1900. Vermoedelijk was hij toen bedoeld voor naar de kerk of voor speciale gelegenheden. Al ruim voor de Tweede Wereldoorlog is ook op de achterzijde van de kraplap een lintgarnering aangebracht. Daarmee werd het kledingstuk een zogenaamde 'boordjeskraplap', een kraplap met voor én achter lintgarnering. De boordjeskraplap wordt als winterdracht onder het buisje (een doordeweeks winterjak) of het kaschijn (een zondags winterjak) gedragen. Deze lintgarnering is later nog vervangen door een andere.