In een groot deel van Noord-Holland, Volendam, Marken en Urk uitgezonderd, droegen de vrouwen omstreeks 1850 een zelfde soort hoofdbedekking. De mannen hadden in hun kleding geen echt streekgebonden kenmerken en droegen algemene modekleding. Ook welgestelde boerinnen en de vrouwen in de steden volgden de algemene modekleding, maar combineerden die nog vaak met de Noord-Hollandse kap. Onder de kap was het haar heel kort geknipt. De haarkrullen op het voorhoofd waren vals. Ze zaten aan een bandje vast dat om het hoofd werd geknoopt. Plaat XXII van: Nederlandsche kleederdragten, naar de natuur geteekend = costumes des Pays-Bas, dessinés d'après nature / door Valentijn Bing en [Jan] Braet von Ueberfeldt. - Amsterdam : [s.n.], 1857.