Vrouw in katholieke Zuid-Bevelandse dracht, 1900–1920
Jonge vrouw in katholieke Zuid-Bevelandse streekdracht. Ze is gekleed in de zondagse dracht. Onder de kanten muts draagt ze een ondermuts met een oorijzer. Tussen de gouden 'stikken' (de vierkante oorijzeruiteinden) zijn twee paar mutsenspelden in de ondermuts gestoken. Vooraan zit een paar zogenoemde kroonspelden van cantillewerk. Vergelijkbare spelden werden ook op Walcheren gedragen, waar ze 'bijenkorfspelden' werden genoemd. Achter de stikken is een paar zogenoemde bolspelden te zien. Deze bolspelden raakten bij de katholieken omstreeks 1920 uit de mode. Om haar hals draagt de vrouw een halssnoer met vijf strengen kralen en een sluiting in de nek.
Vrouw in katholieke Zuid-Bevelandse dracht, 1900–1920
Jonge vrouw in katholieke Zuid-Bevelandse streekdracht. Ze is gekleed in de zondagse dracht. Onder de kanten muts draagt ze een ondermuts met een oorijzer. Tussen de gouden 'stikken' (de vierkante oorijzeruiteinden) zijn twee paar mutsenspelden in de ondermuts gestoken. Vooraan zit een paar zogenoemde kroonspelden van cantillewerk. Vergelijkbare spelden werden ook op Walcheren gedragen, waar ze 'bijenkorfspelden' werden genoemd. Achter de stikken is een paar zogenoemde bolspelden te zien. Deze bolspelden raakten bij de katholieken omstreeks 1920 uit de mode. Om haar hals draagt de vrouw een halssnoer met vijf strengen kralen en een sluiting in de nek.
type
additionalType
dateCreated
1900 – 1920
description
Jonge vrouw in katholieke Zuid ...... len en een sluiting in de nek.
@nl
name
Vrouw in katholieke Zuid-Bevelandse dracht, 1900–1920
@nl