A. Met de hand genaaid overkleed of tuniek van een robe à justée van lichtblauwe, zijdendamast met ingeweven bloemen; het rugpand van het lijf bestaat uit twee delen met een naad middenachter waar de plooien zijn vastgenaaid in een V-vorm aan het lijfje; het lijf achter loopt in een punt uit even voorbij de taille; aan het lijf een kort glad zijpand dat gedeeltelijk tot voor doorloopt; het rokdeel is aan de achterzijde, en gedeeltelijk tot voor, geplooid aan het lijfje vastgezet; het lijf bestaat aan de voorzijde uit 2 rechte delen met 13 haken en ogen in verschillende soorten als sluiting; op het voorpand zit een dubbelgevouwen strook stof die doorloopt tot aan de onderkant van de de robe manteau; langs de binnenzijde van de onderzoom is een stootband in dezelfde kleur opgenaaid; de halsuitsnijding is aan de voorzijde van het lijfje laag en recht; de mouwen zijn smal en lopen tot boven de elleboog; de kop van de mouw is vanaf de schouder naar achteren toe aangerimpeld en aan de gevouwen strook van het lijfje vastgezet; de mouwen zijn gevoerd met geruit linnen; aan de binnenkant van het lijfje zijn, op de rugzijde, aan de middennaad twee maal linnen bandjes aangezet; in deze binnenzijde van het lijf zijn resten aanwezig van een zijden voering. B. Met de hand genaaide rok van een robe à justée van lichtblauwe zijdendamast met ingeweven bloemen; de kleur is van oorspronkelijk blauwgrijs of mintkleurige zijde, verkleurd naar groen, met damast geweven floraal motief; de rok of tablier, ook wel ' tabelletje' in het Nederlands, bestaat uit 6 banen en is gevoerd met blauw geruit linnen; de rok en voering zijn tesamen geplooid en heeft middenvoor een brede plooi; het band voor de afwerking van de taille is vergaan; zowel aan de voor- als de achterzijde zitten horizontale naden; links en rechts een sluiting door middel van haak en oog met een split van 25 cm.; de onderrok aan de onderzijde hier en daar los van de bovenrok geraakt; de voering bestaat uit linnen met blauwe en witte ingeweven streep / ruit. C: Mouwen behorende bij een met de hand genaaide robe à justée van lichtblauwe zijdendamast met ingeweven bloemen; de kleur is van oorspronkelijk blauwgrijs of mintkleurige zijde en verkleurd naar groen; met damast geweven floraal motief; de afgewerkte mouwstukjes met elleboogvorm zijn afgezet met ecru kleurig lint waarvan één kant breed met strik, de mouwen zijn gevoerd met een linnen met ingeweven blauwe ruiten, de mouwen zijn gemerkt: één met S-L en één met S-B. D: Lappen stof van het materiaal waarvan een met de hand genaaide robe à justée is vervaardigd; lichtblauwe zijdendamast met ingeweven bloemen; de kleur is van oorspronkelijk blauwgrijs of mintkleurige zijde is verkleurd naar groen; met damast geweven floraal motief; er zitten twee kleine verroeste spijkertjes in de stof; over de lengte van de stofrichting zitten breede plooien één kant op; deze plooien bij beide lappen; misschien geplooid om te gebruiken als afdekking van een glazen deurtje? E: Delen van een lijfje van een met de hand genaaide robe à justée: lichtblauwe, zijdendamast met ingeweven bloemen.