Bruidskostuum, bestaande uit jak (a), rok met sleep (b), schoenen (c), handschoenen (d), kousen (e), linten (f), kransje (g), foto (h) en sluiter (i), van mevr. Vliegenhart-Lebret, mei 1890. A Lijfje: Ivoorkleurirge zijde met een versprongen ribsbinding als stof voor het jasje, geheel gevoerd met ivoorkleurig katoen /zijnde van een jacquard weefsel. Het jasje is getailleerd en heeft 11 baleinen. De twee voorpanden hebben ieder 2 lange figuurnaden. Het jasje loopt voor in een punt. Het wordt hoog gesloten met 21 haken en ogen vanaf de taille nog eens extra met en 2de eij haken en trensjes (5x). Aan de binnenkant tegen het rugpand is een tailleband van kepersatijn genaaid. die voor met twee haken en ogen sluit. Staande kraag van 4/5 cm hoog gesloten met 2 haken en ogen. Langs de bovenkant pareltjes genaaid. Vanaf de staande boord middenvoor is de stof ruim geplooid totin een punt onder de borst. Er is een band van 7 cm van rechts bij de schouder tot links voor bij het midden op het voorpand gezet. Bad is met parels en kraaltjes geborduurd met floraalmotief. Rugpand bestaat uit 6 panden waarvan de middelste 4 panden zijn verlengd en waarbij splitten ontstaan. Mouwen bestaan uit 2 panden, kop mouwen met boven aan plooitjes ter hoogte van de elleboog in één pand plooitjes, strakke mouw zonder split of boord. Alle naden zijn van binnen afgewerkt met band. In de oksel zijn beschermers genaaid. Links is de beschermer nog bekleed met een soort kunststof. Rechts is dit weg met enkele stukjes bij de stiksels. B Rok: Ivoorkleurige rok bestaande uit 4 panden. Tailleband breed 4 cm en gevoerd met katoen damast met slingermotief. (zie inv.kaart) Onderrok: kloskant zou handgemaakt kunnen zijn.(zie inv.kaart) Sleep: (zie inv.kaart) De onderrand van de sleep: heeft een opgestikte rand van 8 cm strak geplooide stof (zelfde als de sleep) 3 plooien van 2 cm op elkaar (stolplooien) de uiteinden zijn voor 2 cm uitgerafeld. Zo ontstaat een imitatie bontrandje. Rand van de sleep is sterk vervuild.