Kaproen van de Kloveniers, met standaard

Kaproen of kap, bestaande uit een linker- en een rechterhelft (tegen elkaar genaaid); twee kleurig, paarsbruin (purperbruin) en een oorspronkelijk een karmozijnrood fluweel, met geborduurde goud/zilverdraad- en zijdeversiering (als van de lap van nr. 1374); het langs schouders en hals vallende gedeelte van de kap is van de onderrand af negen keer ingesneden (om-en-om lange en halflange split), met gouddraad langs de randen afgezet. (Er zijn vijf lange, onderaan gespleten slippen ontstaan). Versiering: De kap is aan weerszijde versierd met twee gekruiste haakbussen tegen een boompje, een embleem dat door Prins Maurits gebruikt werd, aan welks onderste tak een schild in de Dordtse kleuren hangt; onder de boom staat het jaartal: 1622; bovenstaande voorstelling binnen omlijsting van twee takken waarvan de blaadjes (met fluweel ingevuld) paarsgewijs tegenover elkaar staan. De slippen zijn versierd met in goud- en zilverdraad geborduurde voluutranken.

Kaproen van de Kloveniers, met standaard

Kaproen of kap, bestaande uit een linker- en een rechterhelft (tegen elkaar genaaid); twee kleurig, paarsbruin (purperbruin) en een oorspronkelijk een karmozijnrood fluweel, met geborduurde goud/zilverdraad- en zijdeversiering (als van de lap van nr. 1374); het langs schouders en hals vallende gedeelte van de kap is van de onderrand af negen keer ingesneden (om-en-om lange en halflange split), met gouddraad langs de randen afgezet. (Er zijn vijf lange, onderaan gespleten slippen ontstaan). Versiering: De kap is aan weerszijde versierd met twee gekruiste haakbussen tegen een boompje, een embleem dat door Prins Maurits gebruikt werd, aan welks onderste tak een schild in de Dordtse kleuren hangt; onder de boom staat het jaartal: 1622; bovenstaande voorstelling binnen omlijsting van twee takken waarvan de blaadjes (met fluweel ingevuld) paarsgewijs tegenover elkaar staan. De slippen zijn versierd met in goud- en zilverdraad geborduurde voluutranken.