De ravage na het ingrijpen van de ME ten tijde van de Piersonrellen. We kijken hier de Karrengas in, richting Eerste Walstraat. De barricades die opgeworpen waren door de krakers werden met behulp van een tank opgeruimd. De krakers protesteerden tegen de geplande parkeergarage Zeigelhof en tegen de sloop van woningen. Op vrijdag 20 februari 1981 had de Raad van State uitspraak gedaan in zake de beroepsprocedures die er liepen rondom de bouw van de Zeigelhofgarage en de sloop van de huizen aan de Piersonstraat. De Raad van State had de gemeente gelijk gegeven. Nijmegen, op dat moment een linkse stad, had te maken met een vooral rechts college bestaande uit CDA, VVD en D66, een burgemeester die niet sterk was in het oplossen van tegenstellingen en met een lange geschiedenis, al sinds 1975, van perikelen rondom de bouw van deze garage wat toch in december 1980 leidde tot de beslissing van de gemeenteraad tot bouw en sloop. Vanuit de bevolking was er het nodige verzet wat leidde tot de bovengenoemde processen bij de Raad van State. Tevens was er een economische crisis gaande die o.a. gepaard ging met grote werkeloosheid, weinig perspectief voor jongeren en een grote woningnood. Bovendien was Nijmegen al jaren een plek van extreme, politieke en a-politieke groeperingen, anti-militairisme, feminisme, homo-emancipatie en een anti-kernbeweging. Dit alles kwam op dat moment samen in sympathiebetuigingen voor de kraakacties in de Piersonstraat. Men had het niet op het establishment en de besluitvorming rondom de Zeigelhofgarage was de druppel. Het geloof in de politiek was gedaald tot een dieptepunt, ook bij de krakersbeweging en de Nijmeegse politici hadden het niet in de gaten. Woningen en een pakhuis in de Piersonstraat werden gekraakt om aldus de sloop van de woningen en bouw van de garage tegen te gaan. Toen op 15 februari 1981 de gemeente de ontruiming aankondigde werden in de Zeigelhof en Karrengas barricades opgeworpen om de toegang tot de Piersonstraat te versperren. De krakers riepen de vrijstaat "De Eenhoorn" uit, de naam van het af te breken pakhuis overnemend. In de nacht van zondag op maandag 23 februari 1981 kwam de ME, in opdracht van de gemeente, in actie, ontruimde de krakerspanden en begeleidde de sloop van ruim een dozijn panden aan de Piersonstraat. Een en ander gebeurde door zeer hard ingrijpen, ook de vredige demonstranten aan de Bloemerstraat moesten het ontgelden. Wel 2000 manschappen, 200 voertuigen en tanks werden ingezet. Mede door het hardhandige optreden van de politie radicaliseerde de kraakbeweging en werd Nijmegen c.q. de Nijmeegse gemeenteraad steeds linkser. Ook nu is de raad nog steeds overwegend links.

De ravage na het ingrijpen van de ME ten tijde van de Piersonrellen. We kijken hier de Karrengas in, richting Eerste Walstraat. De barricades die opgeworpen waren door de krakers werden met behulp van een tank opgeruimd. De krakers protesteerden tegen de geplande parkeergarage Zeigelhof en tegen de sloop van woningen. Op vrijdag 20 februari 1981 had de Raad van State uitspraak gedaan in zake de beroepsprocedures die er liepen rondom de bouw van de Zeigelhofgarage en de sloop van de huizen aan de Piersonstraat. De Raad van State had de gemeente gelijk gegeven. Nijmegen, op dat moment een linkse stad, had te maken met een vooral rechts college bestaande uit CDA, VVD en D66, een burgemeester die niet sterk was in het oplossen van tegenstellingen en met een lange geschiedenis, al sinds 1975, van perikelen rondom de bouw van deze garage wat toch in december 1980 leidde tot de beslissing van de gemeenteraad tot bouw en sloop. Vanuit de bevolking was er het nodige verzet wat leidde tot de bovengenoemde processen bij de Raad van State. Tevens was er een economische crisis gaande die o.a. gepaard ging met grote werkeloosheid, weinig perspectief voor jongeren en een grote woningnood. Bovendien was Nijmegen al jaren een plek van extreme, politieke en a-politieke groeperingen, anti-militairisme, feminisme, homo-emancipatie en een anti-kernbeweging. Dit alles kwam op dat moment samen in sympathiebetuigingen voor de kraakacties in de Piersonstraat. Men had het niet op het establishment en de besluitvorming rondom de Zeigelhofgarage was de druppel. Het geloof in de politiek was gedaald tot een dieptepunt, ook bij de krakersbeweging en de Nijmeegse politici hadden het niet in de gaten. Woningen en een pakhuis in de Piersonstraat werden gekraakt om aldus de sloop van de woningen en bouw van de garage tegen te gaan. Toen op 15 februari 1981 de gemeente de ontruiming aankondigde werden in de Zeigelhof en Karrengas barricades opgeworpen om de toegang tot de Piersonstraat te versperren. De krakers riepen de vrijstaat "De Eenhoorn" uit, de naam van het af te breken pakhuis overnemend. In de nacht van zondag op maandag 23 februari 1981 kwam de ME, in opdracht van de gemeente, in actie, ontruimde de krakerspanden en begeleidde de sloop van ruim een dozijn panden aan de Piersonstraat. Een en ander gebeurde door zeer hard ingrijpen, ook de vredige demonstranten aan de Bloemerstraat moesten het ontgelden. Wel 2000 manschappen, 200 voertuigen en tanks werden ingezet. Mede door het hardhandige optreden van de politie radicaliseerde de kraakbeweging en werd Nijmegen c.q. de Nijmeegse gemeenteraad steeds linkser. Ook nu is de raad nog steeds overwegend links.

De ravage na het ingrijpen van de ME ten tijde van de Piersonrellen. We kijken hier de Karrengas in, richting Eerste Walstraat. De barricades die opgeworpen waren door de krakers werden met behulp van een tank opgeruimd. De krakers protesteerden tegen de geplande parkeergarage Zeigelhof en tegen de sloop van woningen. Op vrijdag 20 februari 1981 had de Raad van State uitspraak gedaan in zake de beroepsprocedures die er liepen rondom de bouw van de Zeigelhofgarage en de sloop van de huizen aan de Piersonstraat. De Raad van State had de gemeente gelijk gegeven. Nijmegen, op dat moment een linkse stad, had te maken met een vooral rechts college bestaande uit CDA, VVD en D66, een burgemeester die niet sterk was in het oplossen van tegenstellingen en met een lange geschiedenis, al sinds 1975, van perikelen rondom de bouw van deze garage wat toch in december 1980 leidde tot de beslissing van de gemeenteraad tot bouw en sloop. Vanuit de bevolking was er het nodige verzet wat leidde tot de bovengenoemde processen bij de Raad van State. Tevens was er een economische crisis gaande die o.a. gepaard ging met grote werkeloosheid, weinig perspectief voor jongeren en een grote woningnood. Bovendien was Nijmegen al jaren een plek van extreme, politieke en a-politieke groeperingen, anti-militairisme, feminisme, homo-emancipatie en een anti-kernbeweging. Dit alles kwam op dat moment samen in sympathiebetuigingen voor de kraakacties in de Piersonstraat. Men had het niet op het establishment en de besluitvorming rondom de Zeigelhofgarage was de druppel. Het geloof in de politiek was gedaald tot een dieptepunt, ook bij de krakersbeweging en de Nijmeegse politici hadden het niet in de gaten. Woningen en een pakhuis in de Piersonstraat werden gekraakt om aldus de sloop van de woningen en bouw van de garage tegen te gaan. Toen op 15 februari 1981 de gemeente de ontruiming aankondigde werden in de Zeigelhof en Karrengas barricades opgeworpen om de toegang tot de Piersonstraat te versperren. De krakers riepen de vrijstaat "De Eenhoorn" uit, de naam van het af te breken pakhuis overnemend. In de nacht van zondag op maandag 23 februari 1981 kwam de ME, in opdracht van de gemeente, in actie, ontruimde de krakerspanden en begeleidde de sloop van ruim een dozijn panden aan de Piersonstraat. Een en ander gebeurde door zeer hard ingrijpen, ook de vredige demonstranten aan de Bloemerstraat moesten het ontgelden. Wel 2000 manschappen, 200 voertuigen en tanks werden ingezet. Mede door het hardhandige optreden van de politie radicaliseerde de kraakbeweging en werd Nijmegen c.q. de Nijmeegse gemeenteraad steeds linkser. Ook nu is de raad nog steeds overwegend links.