Hoorndrager

Een boer, met hoorns op zijn rug, staat in zijn woonkamer. Hij is pas thuisgekomen van zijn werk en krabt zich aan zijn hoofd. Hij verwacht het eten op tafel, maar in plaats daarvan ziet hij de hond die de laatste resten van zijn avondmaal oppeuzelt. Het tafereel verwijst naar het spreekwoord: de hond in de pot vinden. Rechts op de voorgrond zit een uil op een stok, verwijzend naar onheil en zonde. Op de achtergrond, door een geopende deur, is de reden voor de boer zijn ongeluk. Zijn vrouw is in de slaapkamer aan het vrijen met een andere man. De prent heeft een Nederlands en een Latijns onderschrift.

Hoorndrager

Een boer, met hoorns op zijn rug, staat in zijn woonkamer. Hij is pas thuisgekomen van zijn werk en krabt zich aan zijn hoofd. Hij verwacht het eten op tafel, maar in plaats daarvan ziet hij de hond die de laatste resten van zijn avondmaal oppeuzelt. Het tafereel verwijst naar het spreekwoord: de hond in de pot vinden. Rechts op de voorgrond zit een uil op een stok, verwijzend naar onheil en zonde. Op de achtergrond, door een geopende deur, is de reden voor de boer zijn ongeluk. Zijn vrouw is in de slaapkamer aan het vrijen met een andere man. De prent heeft een Nederlands en een Latijns onderschrift.