Maria de Wilde (1682-1729) had talent voor tekenen, graveren en schilderen, maar zij bezat ook een gave voor zangkunst, klavecimbelspel en dichtkunst. Op haar zeventiende werd zij geprezen om haar ‘zucht’ naar wetenschap. Maria bracht veel tijd door in het kunstkabinet van haar vader, die een internationaal befaamd verzamelaar van oudheden was. Van de ruim 700 bezoekers die tussen 1690 en 1720 zijn collectie kwamen bekijken was tsaar Peter de Grote wel de beroemdste. Maria legde diens eerste bezoek, op 13 december 1697, vast in een gravure. Hier is zij zelf afgebeeld in het kabinet. Zij toont de catalogus van antieke sculpturen uit haar vaders kabinet, Signa Antiqua, waarvoor zij de illustraties heeft verzorgt. Met een gedicht in het Latijn van David Franzn.van Hoogstraten.