Een courtisane, gekleed in een kimono met patroon van pruimenbloesem, met lampetkan in haar hand, bereidt een maaltijd voor haar gast. Zijn kimono hangt uit over over een rek op de achtergrond. De voering van de kimono toont een afbeelding van bloeiende pruimentakken en een gedicht verwijzend naar het clandestiene uitje van deze man (vrij vertaald: Hij zei tegen zijn vrouw "ik ga alleen even naar de deze avond bloeiende pruimenbloesem kijken en ben zo weer terug", dus wat is die sterke geur op zijn mouwen?). Met vijf gedichten.