God belooft aan Abraham een kind en toont aan hem, op de achtergrond, de sterren om hem te laten zien hoeveel nakomelingen hij zal krijgen. In opdracht van God snijdt Abraham een koe, geit en ram door midden en legt daar een tortelduif en gewone duif bij. Rechts jaagt Abram de gieren weg, die op de kadavers afkomen. Vervolgens viel Abraham in slaap en kreeg een visioen. Hij zag een oven waar rook uitkwam en een brandende fakkel ging tussen de dierhelften door ten teken van Gods verbond met Abraham. Onderaan een verwijzing in het Latijn naar de Bijbeltekst in Gen. 15.