Tentoonstelling oude kunst in de westelijke binnenplaats in 1929

Westelijke binnenplaats gezien vanuit noordelijke richting met zicht op de tentoonstelling in oude kunst met o.a. schilderijen, sculpturen en wandtapijten. Links zicht op de glaspuien richting de onderdoorrit. Op de voorgrond staat een vitrine kast waarin kleine voorwerpen en schilderijen. Op de achtergrond is de doorgang met trappen te zien richting zaal 188. De tentoonstelling werd gehouden door de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland in de juist gebetonneerde binnenplaats geopend op 29 juni en gesloten op 1 september. Westelijke binnenplaats naar het zuiden gezien, na de verbouwing. De houten vloer op de binnenplaats gaf zoveel problemen dat deze vervangen is door een verhoogde betonnen vloer. Hierdoor ontstond een laag souterain, 2,25 meter, en een verhoogde expositievloer. Met halfsteens muren werden drie zalen in de binnenplaats ingericht. De oorspronkelijke gevels van de binnenplaats werden door een lage ringmuur aan het zicht onttrokken. In de tussenruimte ontstond een 'wildgroei van kanalen en leidingen'. De wanden zijn witgeschilderd. Voor de vensters naar de onderdoorgang zijn gedeeltelijk schotten geplaatst. In het zuiden is de trap te zien die de toegang vormt vanuit toren VI naar de binnenplaats. Boven de deur een glas-in-lood raam. De andere twee vensters in dezelfde toren zijn ook voorzien van glas in lood.

Tentoonstelling oude kunst in de westelijke binnenplaats in 1929

Westelijke binnenplaats gezien vanuit noordelijke richting met zicht op de tentoonstelling in oude kunst met o.a. schilderijen, sculpturen en wandtapijten. Links zicht op de glaspuien richting de onderdoorrit. Op de voorgrond staat een vitrine kast waarin kleine voorwerpen en schilderijen. Op de achtergrond is de doorgang met trappen te zien richting zaal 188. De tentoonstelling werd gehouden door de Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland in de juist gebetonneerde binnenplaats geopend op 29 juni en gesloten op 1 september. Westelijke binnenplaats naar het zuiden gezien, na de verbouwing. De houten vloer op de binnenplaats gaf zoveel problemen dat deze vervangen is door een verhoogde betonnen vloer. Hierdoor ontstond een laag souterain, 2,25 meter, en een verhoogde expositievloer. Met halfsteens muren werden drie zalen in de binnenplaats ingericht. De oorspronkelijke gevels van de binnenplaats werden door een lage ringmuur aan het zicht onttrokken. In de tussenruimte ontstond een 'wildgroei van kanalen en leidingen'. De wanden zijn witgeschilderd. Voor de vensters naar de onderdoorgang zijn gedeeltelijk schotten geplaatst. In het zuiden is de trap te zien die de toegang vormt vanuit toren VI naar de binnenplaats. Boven de deur een glas-in-lood raam. De andere twee vensters in dezelfde toren zijn ook voorzien van glas in lood.