Kleine geheimen van Parijs

Een schilder en zijn vrouw zijn zojuist opgestaan: hij kamt zijn haar, zij trekt haar kousen aan. De schilder kijkt naar een onvoltooid portret van een vrouw, dat tegen de wand staat. Hij zegt tegen zijn vrouw dat ze de kastdeur maar goed moet sluiten. De vorige keer dat de geportretteerde vrouw ('pie-grièche', een roofvogel) kwam poseren, vloog de bank namelijk door het atelier heen, omdat ze het niet eens was over de prijs van het schilderij.

Kleine geheimen van Parijs

Een schilder en zijn vrouw zijn zojuist opgestaan: hij kamt zijn haar, zij trekt haar kousen aan. De schilder kijkt naar een onvoltooid portret van een vrouw, dat tegen de wand staat. Hij zegt tegen zijn vrouw dat ze de kastdeur maar goed moet sluiten. De vorige keer dat de geportretteerde vrouw ('pie-grièche', een roofvogel) kwam poseren, vloog de bank namelijk door het atelier heen, omdat ze het niet eens was over de prijs van het schilderij.