Schoen, plat, van ingesneden - naar lichtgeel verbleekt - oorspronkelijk appelgroen fluweel met runderleren zool. Het model bestaat uit een voorblad, twee gelijke hielstukken of 'kwartieren' en een zool. Het, hoog op de rweef eindigende, voorblad is versierd met 63 horizontale insnijdingen omboord met festonsteken. De neus is onversierd en enigszins bot. De hiel is door middel van zes lange, verticale, gefestonneerde insnijdingen in acht gelijke delen verdeeld. Vanuit het hielstuk lopen twee smalle, tot banden verlengde kwartieren die eindigen in een gefestonneerde, ronde opening. Midden op de wreef bevinden zich twee identieke gefestonneerde ronde openingen, die samen met de losse banden door middel van een (hier ontbrekende) veter boven op de wreef worden gesloten. De schoenen zijn gevoerd met een effen lichtgele zijden stof. Aan de binnenkant is in de zijnaden nog een restant zichtbaar van de oorspronkelijke kleur van het fluweel. De leren zool, die zich naar de neus verbreedt is voorzien van een gestanste geometrische versiering van lijnen en punten. De zool is met grove steken aan de schoen bevestigd.