Toddy tapper and Sinhalese soldier

Buiten op een helling staan twee mannen. De man links is een palmwijntapper. Hij draagt een dubbelgevouwen en hoog opgesjord heupkleed (veshti, lungi). Zijn bovenlijf en benen zijn onbedekt. Op de linkerheup draagt hij een aardenwerken pot (labu katey) voor het verzamelen van de palmwijn (tolwagen of toddy), opgehangen in een net van koorden, waarmee de pot gedragen kan worden. Achter de pot hangt een houten koker met een bundel gereedschappen: messen om de bloem van de kokospalm in te snijden en een hamer (thalanaya) om de bloem plat te slaan. Om het hoofd draagt de man een krans van bladeren, mogelijk ter afwering van insecten. De man man rechts is een Singalese huursoldaat (lascorijn). Hij gaat gekleed in een knielang heupkleed (veshti, lungi), op Singalese wijze gedragen. Zijn voeten gaan schuil achter de getekende helling. Het bovenlijf is onbedekt. Aan zijn linkerzij hangt een kastane (kort zwaard) waarvan het handvest hoog uitsteekt. Op zijn rechterzij steekt een dolk boven de ingestopte taillerand uit. Op het hoofd draagt de man een hoge muts met omgeslagen rand. Blad 112 uit een schetsboek met 117 bladen.

Toddy tapper and Sinhalese soldier

Buiten op een helling staan twee mannen. De man links is een palmwijntapper. Hij draagt een dubbelgevouwen en hoog opgesjord heupkleed (veshti, lungi). Zijn bovenlijf en benen zijn onbedekt. Op de linkerheup draagt hij een aardenwerken pot (labu katey) voor het verzamelen van de palmwijn (tolwagen of toddy), opgehangen in een net van koorden, waarmee de pot gedragen kan worden. Achter de pot hangt een houten koker met een bundel gereedschappen: messen om de bloem van de kokospalm in te snijden en een hamer (thalanaya) om de bloem plat te slaan. Om het hoofd draagt de man een krans van bladeren, mogelijk ter afwering van insecten. De man man rechts is een Singalese huursoldaat (lascorijn). Hij gaat gekleed in een knielang heupkleed (veshti, lungi), op Singalese wijze gedragen. Zijn voeten gaan schuil achter de getekende helling. Het bovenlijf is onbedekt. Aan zijn linkerzij hangt een kastane (kort zwaard) waarvan het handvest hoog uitsteekt. Op zijn rechterzij steekt een dolk boven de ingestopte taillerand uit. Op het hoofd draagt de man een hoge muts met omgeslagen rand. Blad 112 uit een schetsboek met 117 bladen.