Six women labourers with their baskets

Buiten op een hellend terrein zijn zes Afrikaanse vrouwen getekend: drie op de voorgrond en – meer schetsmatig – drie op de achtergrond. Mogelijk zijn het uit Zuid-India of Jaffna overgebrachte arbeidsters ingezet bij grondwerk. Hun kleding lijkt daar op te duiden. Van links naar rechts gezien: een staande vrouw in heupkleed, met ontbloot bovenlijf; ze heeft kroeshaar / een op de grond zittende vrouw, met opgetrokken knieën. Schuin van rechts voor getekend. Gekleed in heupkleed, opgeschort tot boven de knie. Een schouderdoek laat de rechterschouder en beide armen onbedekt. Tussen de knieën staat een grote mand, op de rand waarvan de rechterhand rust. Het hoofd is bedekt met een doek / staande vrouw van achter getekend. Gekleed in een heupkleed tot op de kuit dat tot onder de oksels is opgetrokken (en de borsten bedekt). Met de linkerarm houdt ze een mand vast / staande vrouw, schuin van rechts voor getekend. Gekleed in een heupkleed tot over de kuit en een doek die tot onder de oksels om het bovenlijf is gewikkeld. Op het hoofd met kort kroeshaar staat een mand / schets van een staande vrouw met bloot bovenlijf en een mand op haar hoofd / staande vrouw, gekleed in een heupkleed tot over de kuit, en een doek die tot onder de oksels om het bovenlijf is gewikkeld. De gebogen linkerarm houd een mand vast. Op het hoofd met kort kroeshaar ligt een draagring. Bij beide vooraan staande vrouwen is om hun bovenarm een band of reep stof gewikkeld. Blad 95 uit een schetsboek met 117 bladen.

Six women labourers with their baskets

Buiten op een hellend terrein zijn zes Afrikaanse vrouwen getekend: drie op de voorgrond en – meer schetsmatig – drie op de achtergrond. Mogelijk zijn het uit Zuid-India of Jaffna overgebrachte arbeidsters ingezet bij grondwerk. Hun kleding lijkt daar op te duiden. Van links naar rechts gezien: een staande vrouw in heupkleed, met ontbloot bovenlijf; ze heeft kroeshaar / een op de grond zittende vrouw, met opgetrokken knieën. Schuin van rechts voor getekend. Gekleed in heupkleed, opgeschort tot boven de knie. Een schouderdoek laat de rechterschouder en beide armen onbedekt. Tussen de knieën staat een grote mand, op de rand waarvan de rechterhand rust. Het hoofd is bedekt met een doek / staande vrouw van achter getekend. Gekleed in een heupkleed tot op de kuit dat tot onder de oksels is opgetrokken (en de borsten bedekt). Met de linkerarm houdt ze een mand vast / staande vrouw, schuin van rechts voor getekend. Gekleed in een heupkleed tot over de kuit en een doek die tot onder de oksels om het bovenlijf is gewikkeld. Op het hoofd met kort kroeshaar staat een mand / schets van een staande vrouw met bloot bovenlijf en een mand op haar hoofd / staande vrouw, gekleed in een heupkleed tot over de kuit, en een doek die tot onder de oksels om het bovenlijf is gewikkeld. De gebogen linkerarm houd een mand vast. Op het hoofd met kort kroeshaar ligt een draagring. Bij beide vooraan staande vrouwen is om hun bovenarm een band of reep stof gewikkeld. Blad 95 uit een schetsboek met 117 bladen.