View of an open shed and entrance of a yard

Op de voorgrond loopt een naar linksachter afbuigende weg met een hoge begroeide berm. Rechts op de weg staat een vrouw. Ze gaat gekleed in een voetlange wikkelrok (redda) en om bovenlijf en armen een brede omslagdoek. Het haar is opgestoken in een knot (condé). Links in de berm leiden enkele traptreden naar een eenvoudige houten toegangspoort met een (metalen?) dakje, bekroond met een bol. Op de stoep voor de poort staat een persoon gekleed in kuitlange heupdoek (veshti, lungi) met bloot bovenlijf. Zijn haar is vanachter opgestoken. Rechts naast de ingangs begint een afrastering van verticale palen/latten, halverwege verbonden door een lange horizontale lat. Door de afrastering heen is het houten skelet te zien van een schuur bekroond met een dubbel dak van gevlochten kokospalmblad (cadjan). Aan de rechterkant van de schuur is tot halverwege een muur opgetrokken op traditionele wijze: gevlochten schermen van tenen, palmblad en/of hout (warichchi), gevuld en bestreken met leem (mati). Boven de muur onder het dak hangt een geweven mat. Onder dit dak en zichtbaar door de afrastering heen staat een persoon. Waarschijnlijk is het een vrouw gekleed in lange wikkelrok (redda) en bloes met V-hals (hatte). Achter deze persoon is de muur en het dak van een verder gelegen lemen gebouw te zien. Een zelfde gebouw (mati geya) met palmdak en open deuringang is rechts achter de schuur getekend. Links op de achtergrond is met een vage arcering begroeiing of een afscheiding langs de weg aangegeven, waarboven de kronen van twee loofbomen uitsteken. Blad 87 uit een schetsboek met 117 bladen.

View of an open shed and entrance of a yard

Op de voorgrond loopt een naar linksachter afbuigende weg met een hoge begroeide berm. Rechts op de weg staat een vrouw. Ze gaat gekleed in een voetlange wikkelrok (redda) en om bovenlijf en armen een brede omslagdoek. Het haar is opgestoken in een knot (condé). Links in de berm leiden enkele traptreden naar een eenvoudige houten toegangspoort met een (metalen?) dakje, bekroond met een bol. Op de stoep voor de poort staat een persoon gekleed in kuitlange heupdoek (veshti, lungi) met bloot bovenlijf. Zijn haar is vanachter opgestoken. Rechts naast de ingangs begint een afrastering van verticale palen/latten, halverwege verbonden door een lange horizontale lat. Door de afrastering heen is het houten skelet te zien van een schuur bekroond met een dubbel dak van gevlochten kokospalmblad (cadjan). Aan de rechterkant van de schuur is tot halverwege een muur opgetrokken op traditionele wijze: gevlochten schermen van tenen, palmblad en/of hout (warichchi), gevuld en bestreken met leem (mati). Boven de muur onder het dak hangt een geweven mat. Onder dit dak en zichtbaar door de afrastering heen staat een persoon. Waarschijnlijk is het een vrouw gekleed in lange wikkelrok (redda) en bloes met V-hals (hatte). Achter deze persoon is de muur en het dak van een verder gelegen lemen gebouw te zien. Een zelfde gebouw (mati geya) met palmdak en open deuringang is rechts achter de schuur getekend. Links op de achtergrond is met een vage arcering begroeiing of een afscheiding langs de weg aangegeven, waarboven de kronen van twee loofbomen uitsteken. Blad 87 uit een schetsboek met 117 bladen.