Three labourers

Buiten, op een hellend oneffen terrein, met rechts op de voorgrond rotsen of een hoop aarde zijn drie mannen getekend. De staande man links heeft zijn heupkleed (veshti, lungi) hoog om de heupen gewikkeld, ruim vastgestopt in de taille en het uiteinde ervan heeft hij om zijn linkerschouder en zijn linkerarm geslagen. Zijn bovenlijf, rechterarm en benen zijn onbedekt. Zijn oorlellen hebben opgerekte gaten. In het midden op een uitgespreide omslagdoek (chadar) vol plooien zit een man op de grond met opgetrokken knieën. Hij draagt een tussen de benen doorgehaald en in de taille opgestropt heupkleed (veshti, lungi). Over de rechterschouder hangt een omslagdoek (chadar) die ook de rechterarm bedekt. Benen, knieën bovenlijf en linkerarm zijn onbedekt. Het strak naar achteren gekamde haar van de man lijkt vastgemaakt in een met een doek omwonden knot, die links naast zijn hoofd zichtbaar is. De staande man rechts draagt een heupkleed (veshti, lungi), in de taille vastgestopt onder een om het middel gewonden lap. Een opgevouwen omslagdoek (chadar) ligt over de linkerschouder. Het bovenlijf is verder onbedekt. Waarschijnlijk zijn alle drie mannen afkomstig van Zuid-India, en in Colombo te werk gesteld. Blad 74 uit een schetsboek met 117 bladen.

Three labourers

Buiten, op een hellend oneffen terrein, met rechts op de voorgrond rotsen of een hoop aarde zijn drie mannen getekend. De staande man links heeft zijn heupkleed (veshti, lungi) hoog om de heupen gewikkeld, ruim vastgestopt in de taille en het uiteinde ervan heeft hij om zijn linkerschouder en zijn linkerarm geslagen. Zijn bovenlijf, rechterarm en benen zijn onbedekt. Zijn oorlellen hebben opgerekte gaten. In het midden op een uitgespreide omslagdoek (chadar) vol plooien zit een man op de grond met opgetrokken knieën. Hij draagt een tussen de benen doorgehaald en in de taille opgestropt heupkleed (veshti, lungi). Over de rechterschouder hangt een omslagdoek (chadar) die ook de rechterarm bedekt. Benen, knieën bovenlijf en linkerarm zijn onbedekt. Het strak naar achteren gekamde haar van de man lijkt vastgemaakt in een met een doek omwonden knot, die links naast zijn hoofd zichtbaar is. De staande man rechts draagt een heupkleed (veshti, lungi), in de taille vastgestopt onder een om het middel gewonden lap. Een opgevouwen omslagdoek (chadar) ligt over de linkerschouder. Het bovenlijf is verder onbedekt. Waarschijnlijk zijn alle drie mannen afkomstig van Zuid-India, en in Colombo te werk gesteld. Blad 74 uit een schetsboek met 117 bladen.