Two Sinhalese soldiers

Twee mannen staan buiten op een oneffen terrein. De linker man is van rechts opzij getekend. Zijn bovenlijf is onbedekt. Hij draagt een op Singalese wijze omgewikkeld knielang heupkleed (veshti, lungi). Van de op zijn linkerheup gedragen halflang zwaard (kastane) zien we alleen het versierde gevest met leeuwenkopje en het gekrulde uiteinde van de schede. Hij draagt een ronde randloze muts. De man rechts is van voren getekend. Hij draagt een dichtgeknoopt kort jasje met lange mouwen en geplooide onderrand (hettaya), daaronder een op Singalese wijze omgewikkeld knielang heupkleed (veshti, lungi) en om het middel een hoge tailleband. In zijn rechterhand draagt hij iets wat lijkt op een zakje, en een lange stok die tegen zijn rechterschouder leunt, is waarschijnlijk een lans of een speer. Onder zijn linkerarm steekt het versierde gevest uit van een kort zwaard (kastane). Op zijn hoofd een typische muts (of helm?): hoog, stijf, met een punt aan de voorkant. Beide mannen zijn Singalese huursoldaten (lascorijnen), nu in dienst van de Nederlanders. Ze horen tot de kaste der Goviya. Blad 23 uit een schetsboek met 117 bladen.

Two Sinhalese soldiers

Twee mannen staan buiten op een oneffen terrein. De linker man is van rechts opzij getekend. Zijn bovenlijf is onbedekt. Hij draagt een op Singalese wijze omgewikkeld knielang heupkleed (veshti, lungi). Van de op zijn linkerheup gedragen halflang zwaard (kastane) zien we alleen het versierde gevest met leeuwenkopje en het gekrulde uiteinde van de schede. Hij draagt een ronde randloze muts. De man rechts is van voren getekend. Hij draagt een dichtgeknoopt kort jasje met lange mouwen en geplooide onderrand (hettaya), daaronder een op Singalese wijze omgewikkeld knielang heupkleed (veshti, lungi) en om het middel een hoge tailleband. In zijn rechterhand draagt hij iets wat lijkt op een zakje, en een lange stok die tegen zijn rechterschouder leunt, is waarschijnlijk een lans of een speer. Onder zijn linkerarm steekt het versierde gevest uit van een kort zwaard (kastane). Op zijn hoofd een typische muts (of helm?): hoog, stijf, met een punt aan de voorkant. Beide mannen zijn Singalese huursoldaten (lascorijnen), nu in dienst van de Nederlanders. Ze horen tot de kaste der Goviya. Blad 23 uit een schetsboek met 117 bladen.