Two Sinhalese soldiers

Buiten bij een muur – of binnen in een hoek van een gebouw – zitten twee jonge mannen naast elkaar op een bank. Onder de bank lijkt een steunmuurtje te zijn opgemetseld. Beide mannen zijn schuin van voren getekend, rug naar rechts en benen/knieën naar links. Beiden dragen een op Singalese wijze omwikkeld halflang heupkleed (veshti, lungi) en een brede tailleband. Daarboven een kort dichtgeknoopt jasje met lange mouwen en geplooide onderrand (hettaya). Bij de hals is een kraagje te zien dat naar achter hangt. De linker man zit met gebogen knieën en houdt zijn voeten onder de bank. Op schoot houdt hij met beide handen een muts (?) vast. De man rechts zit met zijn benen gestrekt naar voren, linkervoet over de rechter. Hij houdt de armen gestrekt, handen tussen de benen. Zijn haar gaat schuil onder een hoge muts. Hij heeft een kort pluizig baardje. Op zijn linkerheup draagt hij een lang zwaard (kastane) met versierd gevest; de schede van het zwaard steunt tegen de rand van de bank. Beide mannen zijn Singalese huursoldaten (lascorijnen), nu in dienst van de Nederlanders. Ze horen tot de kaste der Goviiya. Blad 22 uit een schetsboek met 117 bladen.

Two Sinhalese soldiers

Buiten bij een muur – of binnen in een hoek van een gebouw – zitten twee jonge mannen naast elkaar op een bank. Onder de bank lijkt een steunmuurtje te zijn opgemetseld. Beide mannen zijn schuin van voren getekend, rug naar rechts en benen/knieën naar links. Beiden dragen een op Singalese wijze omwikkeld halflang heupkleed (veshti, lungi) en een brede tailleband. Daarboven een kort dichtgeknoopt jasje met lange mouwen en geplooide onderrand (hettaya). Bij de hals is een kraagje te zien dat naar achter hangt. De linker man zit met gebogen knieën en houdt zijn voeten onder de bank. Op schoot houdt hij met beide handen een muts (?) vast. De man rechts zit met zijn benen gestrekt naar voren, linkervoet over de rechter. Hij houdt de armen gestrekt, handen tussen de benen. Zijn haar gaat schuil onder een hoge muts. Hij heeft een kort pluizig baardje. Op zijn linkerheup draagt hij een lang zwaard (kastane) met versierd gevest; de schede van het zwaard steunt tegen de rand van de bank. Beide mannen zijn Singalese huursoldaten (lascorijnen), nu in dienst van de Nederlanders. Ze horen tot de kaste der Goviiya. Blad 22 uit een schetsboek met 117 bladen.