Two individuals

Twee mannen staan buiten op een weg of straat. De man links gaat gekleed in een Zuid-Indiaas heupkleed (veshti, lunghi, dhoti) tot op de knie, en een omslagdoek (chadar) rond het bovenlijf. Hij houdt zijn rechterhand omhoog, wijsvinger voor zijn mond. Zijn haar is kort; zijn snor en baard zijn breed en vol. Het kan een arbeider uit Zuid-India zijn. De man links draagt een heupkleed (veshti, lungi) tot op de knie, met brede wikkeldoek als tailleband; daarboven een openhangend kraagloos Europees hemd met lange mouwen, dat rijkt tot over de heupen. De linkerhand steunt op de heup; met de rechterhand houdt hij een een zak of een lap vast. Zijn haar is opzij half-lang, van voor kort; hij heeft geen baard of snor, en op het hoofd draagt hij een omgeklapte slappe muts (à la Frygische muts). Het is een laagland-Singalees of een Euraziaat. Blad 12 uit een schetsboek met 117 bladen.

Two individuals

Twee mannen staan buiten op een weg of straat. De man links gaat gekleed in een Zuid-Indiaas heupkleed (veshti, lunghi, dhoti) tot op de knie, en een omslagdoek (chadar) rond het bovenlijf. Hij houdt zijn rechterhand omhoog, wijsvinger voor zijn mond. Zijn haar is kort; zijn snor en baard zijn breed en vol. Het kan een arbeider uit Zuid-India zijn. De man links draagt een heupkleed (veshti, lungi) tot op de knie, met brede wikkeldoek als tailleband; daarboven een openhangend kraagloos Europees hemd met lange mouwen, dat rijkt tot over de heupen. De linkerhand steunt op de heup; met de rechterhand houdt hij een een zak of een lap vast. Zijn haar is opzij half-lang, van voor kort; hij heeft geen baard of snor, en op het hoofd draagt hij een omgeklapte slappe muts (à la Frygische muts). Het is een laagland-Singalees of een Euraziaat. Blad 12 uit een schetsboek met 117 bladen.