Twee mannen buiten op een oneffen terrein. De man links draagt een knielang heupkleed (veshti, lungi) in de taille dubbelgevouwen. Op zijn linkerheup hangt een kort zwaard (kastane). Onder de hoge ronde muts hangt lang golvend haar in zijn nek. De man rechts, zittend op een steen met het rechterbeen gevouwen op de linkerknie. Hij draagt een tot boven de knie opgeschort heupkleed (veshti, lungi); daarboven is een brede tailleband gewikkeld waarvan de uiteinden los hangen. Op de linkerheup is het versierde gevest te zien van een kort zwaard (kastane). Onder de rechterarm steekt boven de tailleband het handvat uit van waarschijnlijk een mes. De man heeft een baard en een snor, en op zijn voorhoofd steekt kort haar uit onder de hoge ronde muts. Beide mannen zijn Singalese huursoldaten (lascorijnen) nu in dienst van de Nederlanders. Ze horen tot de kaste der Goviiya. Blad 4 uit een schetsboek met 117 bladen.