Vulling van een armstoelbekleding, bestaande uit acht delen: vulling van een stoelzitting van wol en paardenhaar, bedekt met katoen waar nog bevestigingsspijkers in zitten; vulling van een armleuning, bedekt met jute met bevestigingsgaten en een strook stof; wol, paardenhaar, hooi en stro los van elkaar verpakt in vellen van vloeipapier, waarschijnlijk afkomstig van een armleuning; fragment gevlekte juten stof; fragment wit-rood gestreepte zelfkant. Behorend bij een armstoel van iepenhout met trapeziumvormige opengewerkte rug met drie spijlen (BK-1959-118).