Zilveren penning. Voorzijde: beschenen door alziend oog in stralende driehoek houdt vrouw in antieke kledij met lauwerkrans, voorstellende loge La Vertu, in haar linkerhand een palmtak en wijst met haar rechterhand op een zwevende tempel met zeven treden, waarachter een stralende zon schijnt; achter haar een zuil met als opschrift letter J, voor haar een altaar, waarop opengeslagen boek ligt en waarvan basis gelijkzijdige driehoek draagt; links van altaar een acaciastruik en aan voet ervan vrijmetselaarswerktuigen; afsnede: signatuur. Keerzijde: opschrift binnen tot krans samengebonden acacia- en eikektak.