De gegoten ronde vijzel verbreedt zich naar boven toe, heeft een hoge uitkragende onderaan geprofileerde rand en een geprofileerde voet, welke hoger is aangebracht dan de onderkant van het voorwerp. Op de rand in Latijnse majuskels het opschrift AMOR OMNIA VINCIT 1676 met interpuncties bestaande uit een zesbladige roos met zes meeldraden (vier keer). De wand is versierd met twee friezen, die zijn afgesleten. Het bovenste bestaat uit een gedeeltelijk herhaald motief van een masker met aan weerszijden een trofee (?) en een cartouche, alle omgeven door andere ornament en verbonden door festoenen en met een parelrand langs boven- en onderkant. Het onderste fries bestaat uit een boven- en onderkant. Het onderste fries bestaat uit een uil tussen symmetrisch rankenwerk met gestileerde bloemen, acanthusbladeren en twee vogels met gespreide vleugels (twee keer), en met een parelrand langs de onderkant.